Leipzig is kleurrijk, alleen al de gevels vol plakkers en graffiti. We bezochten twee interessante exposities: in Halle 14 en in Pano.
Het eerste blog over Leipzig lees je hier: Leipzig in geuren…
Leipzig vergelijken met Berlijn?
Dat zou onzinnig zijn. Alleen al door de schaal van de Leipzig – vergelijkbaar met een stad als Rotterdam – loopt de vergelijking met Berlijn mank. Op straat zie je relatief veel kleurrijke figuren, voor mij een aardige graadmeter voor het gevoel van vrijheid in de stad. Dat zat wel goed. Veel openlijke homo- en lesbo-stellen, en zelfs veel heterostellen lijken wel queer (daar zijn we weer). Zo zag ik een jongen met zijn vriendin lopen: zij met kortgeknipt kapsel en hij met roze haar en twee staarten á la Pippi Langkous. Ik bedoel maar.
Zelf heb ik een duit in het zakje gedaan en een leuke oorbel aangeschaft, een beetje meer homopropaganda kan geen kwaad. Al moet ik zeggen dat ik het dáár zonder ongemak draag en me hier meer bewust ben van blikken van mensen op straat. Ik kan het me inbeelden natuurlijk.

Als je zoekt op de interessante wijken kom je al snel uit op Lindenau, Plagwitz en Connewitz. De laatste heeft de naam de anarchistenwijk van Leipzig te zijn, waar je struikelt over de vegan eettentjes. Veel meer dan een gedeelte van een hoofdstraat was het niet. Er zijn echter wel degelijk straten waar je je in Berlijn waant, zoals bijvoorbeeld in de Karl-Heine-Straße tussen Plagwitz en Lindenau. Net als in Berlijn struikel je over de Vietnamese eettentjes, niet zelden vegan. Maar daarover verderop meer.
Kunst & Cultuur
Je dringt niet zomaar in een week de alternatieve scene binnen, maar een paar mensen sprak ik wel en die bezwoeren me dat er een levendige (alternatieve) kunstscene is. We bezochten twee exposities, eentje in HALLE 14 in een enorm voormalig fabrieksterrein uit begin vorige eeuw. En een andere indrukwekkende expositie in de Panometer, kortweg Pano.
HALLE 14

HALLE 14, voluit Zentrum für zeitgenössische Kunst Leipziger Baumwollspinnerei, is een expositieruimte in een groot industrieel complex waar ook bedrijven uit de culturele sector zijn gevestigd. Tip als je weinig te besteden hebt: op woensdag gratis entree. Hier kwamen we bij toeval achter. Er liepen twee exposities: Icons met onder andere een fotocollectie waar mensen met het syndroom van Down een droom-make over kregen. De andere expositie was Über Leitungen, infrastructures. De foto op het blog over AIN is een gekantelde uitsnede van een werk dat hier te zien was.
Panometer
Panometer (een samentrekking van Panorama en Gasometer) is een ander icoon uit de industriële geschiedenis van Leipzig. In de voormalige gashouder (Gasometer) stelt kunstenaar Yadegar Asisi exposities samen waarin je uiteindelijk in de kern van de gashouder komt waar de wand is bedekt met een indrukwekkende panoramafoto. De huidige expositie is ‘Oorlog in tijden van vrede’:
Het zeer actuele kunstwerk herdenkt de aanslagen van 9/11 met hun wereldwijde en verstrekkende gevolgen en maakt een complexe beschouwing van de daaropvolgende gebeurtenissen mogelijk.
Bron: Panometer Leipzig.
De expositie was soms best beklemmend en in de panoramazaal waan je je in New York (met de twin towers nog in tact).
Vegan in Leipzig

Speciale vermelding voor Soul Kitchen vanwege het 100% vegan menu. Ik liep er toevallig langs en toen ik vroeg naar vegan zoetigs zei de dame achter de toonbank dat ik in de vegan hemel was beland. Dat was wat overdreven, maar zowel manlief als ik genoten van deze heerlijke neppert van een cheesecake met kersen. Knap gedaan en ook de koffie was goed..
Ik at onder andere vegan bij het Syrische Maza Pita (daar kan ik kort over zijn niet meer doen, al dachten anderen daar duidelijk anders over want het was er berendruk), lauwe gerechten uit de vitrine).
In Leipzig kom je niet onder de (vegan) Vietnamese restaurants uit. De eerste was Quan Xanh in onze buurt, waar ze heerlijke gerechten met nep-eend hadden. Vooral die met gebakken Udon-noedels was heerlijk. De gefrituurde loempiaatje in rijstpapier dropen echter van de olie, die waren eigenlijk niet te doen.
De tweede – Gao – in het centrum verraste me bij de eerste hap. De nepkip was zó lekker gemarineerd in citroengras en limoenblaadjes en gepaneerd met een korstje van jonge rijst, het water loopt me nog in de mond als ik eraan terugdenk. Gelukkig hebben we de foto nog:

In Connewitz was het te druk bij de vegan tentjes en toen ik eenmaal de bibbers kreeg van de honger, passeerden we het Afghaans eethuis Watan. Cees ging aan het vlees, en ik koos de plantaardige versie van Ashak, waarbij de yoghurt was weggelaten. Het was best aardig, vooral dat men ene poging deed om ook aan de planteneters te denken. Ik vond geen webpagina, en ook het youtubekanaal van de kokkin, waarover ik de mede-eigenaar hoorde kon ik niet vinden.
Alvorens ik over de Fleischerei begin, kort over Ratskeller, waar ze zo vriendelijk waren voor vegans een aantal gerechten op de kaart te zetten. Oók op de speciale menukaart voor aspergegerechten. Aangezien het aspergeseizoen is ging ik er een keer voor. Als vleesvervanger had men een bloemkoolschnitzel voorzien. De laatste was een forse schijf bloemkool zonder kruiden of specerijen door een beslag gezwommen en gefrituurd. Tamelijk smakeloos. De eerste hap asperges kreeg ik niet kortgekauwd: niet goed geschild. Bij de aardappeltjes kon ik de beloofde bieslook niet ontwaren. Het lekkerste was nog de bediening, maar die mocht ik niet opeten – want vlees 😎.
Vleischerei

Een speciale vermelding voor Vleischerei, dit type vegan uitspanning dat je eigenlijk alleen maar in Duitsland vindt. Het is alternatief, de bezoekers ook, en daar houd ik wel van. Ik trap er telkens weer in, want de tofuworsten en aanverwanten prijken steevast op het menu. Beter had ik de vegan döner (‘vöner’) of dito gyros genomen, maar nee: ik ging eigenwijs voor de gefrituurde tofuburger. Als ze dan werkelijk zo goed waren als de lokale krant beweerde, dan wilde ik wel eens weten wat ze van tofu bakten.
Leer mij tofu kennen, het waren gewoon schijfjes gerookte tofu die in de frituur waren gebakken. Niks burger. Taai, zie de foto hierboven. Aangezien men zelf de frietjes snijdt en bakt en op het menu een chili-kaas-frietje stond, ging ik ervoor. Zoals al eens eerder gezegd: Duitsers en friet, meestal geen succesnummer. Deze waren donkerbuin en verder dan ‘wel aardig’ kom ik niet.
Het publiek was zoals gezegd zeer gemêleerd en lekker zichzelf. Maar uiteindelijk gaat het ook hier om het eten. Al is de bediening nog zo aardig en zijn de medegasten nog zo leuk om naar te kijken. En toch sluit ik niet uit dat ik er een volgende keer weer intrap.
cultuurDuitslandHalle 14kunstLeipzigPano
Reageren?