Queer avant la lettre

Ik deed wat (zelf-)onderzoek n.a.v. mijn weerstand bij het woord queer. Wat ben ik eigenlijk? En wat vinden anderen van de term queer?


Foto boven door Mark Schalken.


Eerst maar een vrijwaring, of om in de sfeer te blijven: een disclaimer. Zoals koningin Juliana het in 1980 zo treffend formuleerde:

Wie meebeweegt met de tijd houdt de geest jong. En dus omarmde ik het regenboogalfabet – inclusief de Q. Ieder die zich bewust is van zijn, haar of hun identiteit heeft daar recht op. Het is niet aan een ander daar een waardeoordeel over te hebben. Bij Queer wrong het schoentje echter, want:

Wat is Queer eigenlijk?

Aangezien het een term is die is komen aanwaaien uit het Angelsaksisch taalgebied, besloot ik een jonge Amerikaanse homo te vragen. “Alles wat anders is, een parapluterm eigenlijk.” Enigszins bot voegde hij eraan toe dat het vast een generatiedingetje was. Daar was ik al bang voor. Het woord ‘gay’ kreeg al n00it over mijn lippen als ik mezelf wilde omschrijven, hetzelfde heb ik bij queer. Daar had ik zelf trouwens een heel ander beeld bij dan ‘parapluterm’.

Ik wierp tegen dat dat best zo kon zijn, maar als je inclusiviteit nastreeft, kan je anderen niet een identiteit opdringen die hen niet aanspreekt. Hierop riposteerde hij tactloos: “Het is wat het is, punt. Zet je eroverheen. Daar kon ik het mee doen. Ik besloot in mijn omgeving zo neutraal mogelijk te vragen waar ze ‘queer’ mee associëren.

Zoek de verschillen

Maar eerst nam ik er twee woordenboeken bij, ik was benieuwd wat Van Dale ervan vindt, om te beginnen Van Dale Groot Woordenboek Engels-Nederlands:

Bron: Van Dale, Groot Woordenboek Engels-Nederlands.

De vertaling uit het Engels naar homo, flikker, poot deed me denken aan de geuzennaam die wij flikkers (en soms ook poten) ons aanmaten. Dat maakte het schelden een stukje makkelijker te verteren, zeg maar.

Zonderling, excentriek past (in positieve zin) bij het beeld dat ik had bij de Queer-gemeenschap (ik vind de woorden queer en gay al lastig in het Nederlands, dus queer community krijg ik niet gemakkelijk over de lippen.

Van Dale – Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal komt dicht bij de associatie die ik bij queer had: dan weer deze seksuele voorkeur of gender, dan weer eens een andere. Fluïde qua gender en seksualiteit.

Bron: Van Dale, Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal.

Veel cis-gender hetero’s drijft ons regenboog-alfabet al tot waanzin, maar als ik het zelf niet meer snap moet ik op onderzoek uit, zeker als een evenement er voor de brede LHBTQIA+gemeenschap zegt te zijn maar tegelijkertijd Queer als gemeenschappelijke identiteit presenteert.

Daarom vroeg ik mensen in mijn omgeving wat hun eerste associatie was bij de term queer. Welk beeld hebben zij, sluit dit aan bij hun belevingswereld? Al was het alleen maar om erachter te komen of ik alleen stond in deze queeste.

Ik deed een peilinkje op Twitter:

Dit wees uit dat 8 van de 10 respondenten Queer een parapluterm vinden voor LHBTI+. 2 op de tien reageerders dachten dat Queer iets met gender te maken heeft. Op Facebook kreeg ik enkele reacties op mijn vraag en eigenlijk zei niemand hetzelfde: van regenboogvlag en ‘unne apparte’, tot parapluterm en van ‘wars van burgerlijke conventies’ tot een resoluut ‘geen verzamelnaam’. Als het al wat zegt, zegt het mij dat in de Nederlandse taal er geen consensus bestaat over de exacte betekenis.

En zelfs in het Angelsaksische taalgebied geeft men er soms een eigen draai aan, getuige deze reactie uit Australië:

Voor mij betekent het gewoon ‘geen conservatieve heteroseksueel’ (dus hetero’s kunnen queer zijn – alleen niet als ze conservatief zijn!)

Malechi Clarke in reactie op mijn vraag op Facebook.

Verder kreeg ik een interessante link in de reacties, het artikel gaat ook op zoek naar de betekenis van het woord:

Queer is een woord dat veel verschillende betekenissen heeft. De ontoegankelijkheid leidt tot kritiek en afwijzing.

Bron: Every.

Kort en goed: de meningen zijn verdeeld. Dat bleek ook toen ik tijdens het diner voor mensen met hiv vroeg wat zij nu onder queer verstonden. De meeste aanwezigen dachten dat het iets met gender te maken had. Bij één aanwezige stuitte het op sterke weerstand: wat moesten anderen wel niet van ons denken? Dat laatste boeit me niet zo, anderen hebben altijd wel een mening over ‘ons’, hoezeer we ons ook conformeren. Het is nooit goed of het deugt niet. Aanpassen leidt zelden tot meer acceptatie.

Dat het een generatiedingetje is, zou dus best kunnen. Daar staat tegenover dat ook de oudere generatie recht heeft op het beleven én benoemen van de eigen identiteit. Ongetwijfeld zijn er ook jongeren die zich niet in de term queer herkennen.

Misschien wordt het beeld dat wij in Nederland bij het begrip queer hebben – waar het niet de taalkundige geschiedenis heeft als in engelstalige landen – mede bepaald door de groep die zich de naam heeft eigengemaakt. En dat is – Mark Schalken te spreken: niet burgerlijk en niet hetero.

Wat maakt het uit?

Rotterdam Pride 2016, bron: Photog.

Taal is belangrijk. Je kan er je identiteit mee uitdrukken, als je een naam hebt besta je. Taal is ook belangrijk als je een groep mensen wilt bereiken. Als mensen zich niet allemaal aangesproken voelen door een bepaalde term, dan worden ze de facto uitgesloten of op zijn minst niet bereikt.

Daarom maakt het uit. Queer bestaat, queers bestaan, ze horen thuis in het rijtje LHBTQIA+. Maar LHBTIA+ers bestaan ook. Dus als een organisatie écht inclusief wil zijn, beperkt ze zich niet tot termen die sommige (groepen) mensen uitsluiten. Al is men zelf nog zo van mening dat de hele regenboogparaplu eronder valt, een identiteit laat zich niet afdwingen of opdringen.

Queer avant la lettre

Zie hier mijn voorlopige conclusie: misschien ben ik in de grond van mijn wezen wel queer. Mijn seksuele voorkeur is door de jaren redelijk gelijk gebleven maar qua gender ben ik al lastiger in één hokje te proppen. Nu nog geloofwaardig uit kunnen spreken: “Ik ben queer”. Zonder uit het oog te verliezen dat anderen dat niet zijn.

Ik blijf daarom in blogs de enige parapluterm LHBTQIA+ gebruiken als ik de hele groep benoem. En Rotterdam Pride zou dat ook beter doen.

Nichtendag

Tot slot nog een leuke anekdote. Een nichtje van moeders kant appte me of ik interesse had om bij de nichtendag te zijn. Enkele nichtjes dachten dat ik wel geïnteresseerd zou zijn, ondanks dat ik geen nicht was.

Ik ben wel een nicht hoor 😉

Een opgelucht nichtje antwoordde dat de naam dan niet aangepast hoefde te worden. Dat beaamde ik, en zo mag ik ook naar de nichtendag. What’s in a name?

This Post Has One Comment

  1. Leuke bespiegeling Ron.

    Je vroeg naar een eerste associatie, daarom heb ik het daar bewust bij gelaten. Maar queer heeft voor mij meerdere betekenissen. Of een brede betekenis. Anders, normdoorbrekend, niet cisgender heteroseksueel, niet in een hokje passend, kleurrijk afwijkend van de norm, afzettend tegen de norm. Het heeft in ieder geval een aspect van diversiteit en van verzet in zich. De eerste activistische flikkers en potten waren wat dat betreft in mijn ogen heel erg queer. En in de tijd van Harvey Milk was de slogan “We’re queer, we’re here, get used to it!”

    Dat het Engels is heb ik itt tot gay geen moeite mee, er is geen goed alternatief. Magnetron vind ik een mooie Nederlands woord voor microwave. Beter dan het letterlijk vertaalde mikrogolf in het Vlaams. Gay in de betekenis van homo vind ik verschrikkelijk. Zeg dan homo. Maar gay als anders, afwijkend, vrolijk, kleurrijk kan ik wel waarderen. Maar het is in mijn ogen minder inclusief dan queer. Ik zal het nooit in de betekenis van exclusief homo gebruiken, maar een gaybar is voor mij minder nadrukkelijk alleen voor homoseksuele mannen dan een homocafé. Ik zal mezelf nooit als gay omschrijven omdat dat voor mij te exclusief homoseksueel is en dat ben ik niet. Maar queer kan ik mezelf goed in vinden. Afhankelijk van de situatie en hoeveel zin ik heb om dingen uitbetaald leggen noem ik mezelf bi(seksueel), panseksueel of queer. Waarbij ik queer ook als parapluterm acceptabel vind. De gemeente Den Haag gebruikt in haar beleid de term queer als inclusieve koepelterm. Maar dat heeft zowel lof als boosheid opgeroepen.

    Ik zeg zelf altijd dat sommige verschillende termen gebruiken maar hetzelfde bedoelen, of soms dezelfde termen gebruiken maar daarmee iets anders bedoelen. Niemand mag jou voorschrijven hoe jij jezelf identificeert. Maar je mag ook geen termen claimen waar geen consensus over bestaat wat ze exact betekenen. En zolang er in Nederland geen consensus is over de betekenis van het woord queer zal er in de taal helemaal geen consensus ontstaan.

Geef een reactie