Kampot kan wat peper gebruiken

Kampot viel een beetje tegen, alhoewel de foto’s misschien anders doen vermoeden. Mooie rivier, mooie mensen, maar niet zo veel te beleven.

Kampot Pepper

Kampot is de zwarte peperstreek van Cambodja, het land probeert de Kampot Pepper als A-merk te verkopen. En dat is het dan wel een beetje voor wat de bijzonderheden.

Er zou ook een waterval zijn, en nadat we een bedrag van $25,- hadden afgesproken voor een dagje tuktuk belandden we bij een hangplek voor Khmer bij een tempeltje en een wild stromende rivier. Geen waterval. Naar de Franse nederzetting reed de chauffeur niet, want te ver.

Het tempelcomplex was voor mij geen aanrader, want er moest nogal wat geklommen worden. Veel verder omhoog de bergen in mocht niet van de eigenaars van de Chinese waterkrachtcentrale (of van de overheid).

Dan is er nog een dierentuin met uitheemse dieren die een tijdelijke opbloei kende toen dierenrechtenactivisten geld investeerden voor betere leefomstandigheden. Maar inmiddels is de situatie weer terug bij af. Ook geen aanrader. Hoe peper groeit hoef ik niet per sé te zien.

In hangmat, doerian eten

Het werd dus luieren in een hangmat met doerian (ook een lokale specialiteit), rambutan en mangoustines plus nog wat lekkers van de lokale markt bij de hand. De bejegening in het hotelpersoneel liet te wensen over, dus inmiddels lig ik aan het strand van Sihanoukville alwaar een malse regenbui zojuist het zicht op de zee ontnam. Er werden wat lagen plastic voor mijn zitje uitgerold.

Omdat de zon zich nu achter een dik wolkenpak verschanst, is het voor een Nederlander eigenlijk heerlijk weer. Een Khmer ligt nu te bibberen van de kou, want zeg nou zelf: 27 graden is niet te doen.

CambodgeCambodiaCambodjaKampotKampot pepperzonsondergangzwarte peper