Tijdens de leukaferese (om hiv-genezing te onderzoeken), hoor ik dat de verpleegsters niet op vakantie mogen: overbelasting van de zorg.
Hiv-genezing
Hiv-genezing, daar was het allemaal om te doen. Maar leuk is anders. Ik draai mijn hand niet meer om voor de halfjaarlijkse bloedafname, al trekken ze 10 buisjes bloed. Maar in elke arm een dikke naald op lastige plaatsen… Ik had me van tevoren niet echt druk gemaakt, kwestie van zelfbescherming.
Maar het moment dat die dikke naalden in het zicht kwamen werd ik toch draaierig. Verpleegster Meriam (dezelfde verpleegkundige die me in 2007 door dezelfde leukafereses loodste), deed haar best me met haar humor op mijn gemak te brengen. Mijn lachsalvo’s konden echter niet verhullen dat ik gespannen was.
En jawel: bij de eerste naald werd ik niet lekker (“je hebt een taaie huid”), brak het zweet me uit en moest ik plat en met een nat compres op mijn voorhoofd een beetje afkoelen en zorgen dat ik niet van mijn stokje ging.

Heel tactisch zei Meriam – het is écht een kei hoor – dat ze de tweede aansluiting ging voorbereiden. Terwijl ze het zei zat de naald al in mijn ader. Zelf had ik alles goed voorbereid, maar helaas liet de techniek me in de steek: de koptelefoon wilde maar geen verbinding maken met mijn telefoon. Ik ben de vier uur doorgekomen met Radio 1 op een koptelefoontje van het Erasmus MC.
Normaal proberen ze de arm die je gebruikt te ontzien, maar helaas, mijn aders waren door de spanning niet echt lekker zichtbaar. Dus moest ik me behelpen met mijn linkerhand. Onderwijl kwamen er berichten binnen op mijn telefoon over het plantsoen (over die soap later meer), een hulpverzoek uit Cambodja, etc. etc. Ik gaf het op, want telkens als ik iets te veel bewoog begon de machine te piepen.
Henrieke Prins, de arts-onderzoeker van dit onderzoek naar hiv-genezing, kwam nog langs. Ze vertelde dat het haar laatste onderzoek was. Met mijn goedkeuring word ik overgedragen aan de volgende arts-onderzoeker die zich met hiv-gerelateerde zaken gaat bezighouden. Zodoende kan ik de komende onderzoeken blijven begeleiden vanuit het gezichtspunt van de patiënt.
Bij de ontkoppeling werd ik weer even niet lekker, dat duurde gelukkig maar even.
Eerlijk is eerlijk: echt voor de lol doe je dit niet. Ik was doodop en gelukkig gaat het vandaag al wat beter. Ik had vandaag een kleine ontlading van alle stress, alleen maar fijn want daarna kan je weer vooruit. Wellicht speelt de leeftijd inmiddels ook een rol.
Maar ja, het is hard nodig en alleen met onderzoek komt die genezing van hiv in zicht.
De zorg loopt op de tenen
Er moet me nog iets van het hart. Dit is wat de zorgmedewerkers zien als ze de parkeergarage uitrijden van het Erasmus MC. Toevallig zag ik op 2 april jongstleden hetzelfde. Soms maak ik me boos over de keuzes die mensen maken als het gaat over hun gedrag in relatie tot corona. De werkers in de zorg zien dit ook.
En nu raakt het me nog meer. Dat die keien van zorgwerkers die echt alles zullen doen om voor ons te zórgen als we ziek zijn door corona of om wat voor reden dan ook, dat zij na een zware werkdag in het ziekenhuis groepen volwassenen op een ‘gesloten’ terras zien borrelen. Dicht op elkaar.
Meriam merkte terecht op dat we jongeren tot een jaar of 21 niet veel kwalijk kunnen nemen. Zij kennen geen gevaar, zien het eenvoudigweg niet. Hun hersenen zijn nog niet zover ontwikkeld. Maar volwassenen zijn een ander verhaal.
De mensen die ik gisteren sprak hadden bijna allemaal hun eerste prik van een coronavaccin gehad. De verloven van Meriam en Ingrid van de leukaferese-afdeling waren inmiddels ingetrokken. Geen vakantie voor hen. De IC-capaciteit van het Erasmus MC is weer uitgebreid. Als het kabinet géén gelijk krijgt en de gok die het neemt verkeerd uitpakt, dan werken Meriam en Ingrid straks ook op de IC.
De reguliere zorg is al afgeschaald. Ik citeer vrijelijk iemand van twitter: let alsjeblieft op dat je niet dronken van een terras onderweg een been breekt.
aidscoronacovidcovid-19Erasmus MChemafereseHenrieke Prinshivhiv-genezingleukafereseverplegingzorg
Je moeder
25 april 2021Hé Ron, ik ben hartstikke trots op jou. Alles voor de goede zaak.