Verward, verwaarloosd en niet zelden verslaafd. Berlijn heeft een groot probleem met een aanzienlijke groep mensen die kennelijk niet in staat is voor zichzelf te zorgen. Waar ligt de grens van zelfbeschikking?
Verward & verwaarloosd
Onderweg in de S-Bahn vroeg een vrouw hoe ze het beste op haar bestemming kon komen. Door de Duitse behulpzame medepassagier werd ze vakkundig – maar een stuk verder reizen – om Kottbusser Tor heen geleid, want daar wil je niet wezen. Ik wist wel een kortere weg en sprak haar aan. Ze bleek Amsterdamse en wel wat gewend, dus ze koos ‘mijn’ kortere route.
Eenmaal gesetteld en weer een aantal keer heen en weer met de U-Bahn bij Hermannplatz en Kottbusser Tor uit- danwel overgetapt, moest ik toch toegeven dat het wel een tikkie erger is dan wat we in Amsterdam of Rotterdam zien. Toegegeven: de verslaafden die in een portiek of tramhalte hun verdovende middelen op een stukje aluminium staan te verwarmen zijn na jaren afwezigheid weer terug in het straatbeeld. Maar vergeleken bij de taferelen die je hier in metrostations ziet verbleken die in onze grote steden.
Over de aantallen gebruikende en luidruchtige verslaafden en agressievelingen kan je je druk maken (en dat doe ik ook wel), erger wordt het als je een jongeman zo high als wat dansend op de rand van het perron ziet balanceren. Dat gaat geheid een keer fout.
Maar er zijn wat mij betreft nog schrijnender voorbeelden.
Op twitter deelde ik bovenstaande foto en schreef erbij:
Deze Barbie lag op haar rug op de trap naar het perron van de U-Bahn. Symbolisch. Berlijn heeft echt een probleem met verwaarloosde, dakloze, verslaafde, psychisch beschadigde mensen (combinatie hiervan). Het is soms echt te erg.
Waarop een discussie volgde over de vrijheid van mensen om met rust gelaten te worden door de overheid versus met dwang opgenomen te worden. Hoe het systeem hier werkt weet ik niet, of het een deelstatelijke bevoegdheid is. En de Berlijnse overheid is arm, ook heb ik geen idee of bij ons mensen eerder van straat worden gehaald als ze zichzelf schade berokkenen.
Maar bij de volgende twee voorbeelden is de menselijkheid zo in het geding, dat ik niet begrijp dat de overheid dit hier la
De vrouw in de rolstoel
In oktober verbleven we ook in Neukölln en maakten derhalve vaak gebruik van U-Bahn-lijnen 7 en 8. Verschillende momenten merkten we een penetrante geur op die ons de adem bijna benam. Het duurde even voor we beseften dat de lucht van een verwarde dame in een rolstoel kwam. Telkens als ze voorbij kwam werd dat gevolgd door die lucht die lang bleef hangen.
De vrouw prevelde en riep afwisselend onsamenhangende dingen. Soms in het Duits, soms in haar moedertaal. Ik kon alleen maar medelijden voelen, en onmacht. Want dit gaat een gewone burger boven de pet. Ik kan ook geen diagnose stellen, maar dat de vrouw niet in staat was voor zichzelf te zorgen en dat ze hulp nodig had was zonneklaar.
Die lucht is natuurlijk niet fijn, maar dat staat in geen verhouding tot het leed van de vrouw in kwestie.
Jongen geeft jas af
Er gebeuren ook hartverwarmende dingen in de U-Bahn. Zo zag ik een jongeman zichzelf omkleden in het metrostel. Ik had niet meteen door wat er gebeurde tot hij het trainingsjack dat hij onder zijn jas droeg aan een oude man gaf en zijn jas weer aandeed. De oudere man zag er verwaarloosd uit. Even later stapte hij uit en zag ik hem met een grote fles bier in zijn hand in zijn nieuwe trainingsjack langs schuifelen op het perron.
De bijna naakte vrouw
Maar deze week speelde bij herhaling het volgende voor mijn ogen en die van mijn medepassagiers af. Op het perron was al luid gekrijs en gegil; te horen. Onsamenhangend met hier en daar ene flard verstaanbare woorden. Ze was ook ingestapt en zette het luid roepend en gebarend op een ijsberen.
Ik schrok me een ongeluk toen ik haar zag: half naakt, broodmager, wild haar. Slechts gehuld in een pluche jas met panterprint liep ze blootsvoets door de metro heen en weer. Haar voeten zwart, haar armen en benen onder de wondjes, krassen en straatvuil. Gegeneerd wendde ik mijn hoofd af toen ze voorbij liep en in een kennelijke poging haar woorden kracht bij te zetten haar jas opentrok en haar lichaam toonde. Al veronderstel ik het laatste, want ik kon er niet naar kijken.
Geen mens dat bij het volle verstand is kiest voor zo een bestaan. Dat is althans mijn overtuiging. Dit is onmenselijk en daar zouden de mensen die wij het mandaat hebben gegeven op in mogen grijpen. De bijkomende schade voor kinderen die hier dagelijks mee geconfronteerd worden is ook niet niks, maar in de eerste plaats denk ik aan de mensonterende omstandigheden waarin sommigen terecht zijn gekomen. Zelfbeschikking is ene groot goed en dwang is een vies woord, maar soms kan het niet anders.