Vegan Berlijn met ups & downs. Beiden komen weer aan bod in deze nieuwe aflevering. Up: Blumental. Down: Dhaba Mari. (wordt aangevuld)
Super Vegan: Blumental
Eindelijk weer eens wat nieuws geprobeerd: café (of oase zoals men zelf zegt) Blumental, een collectief van restaurateurs, chef-koks, banketbakkers en ontwerpers. En dat is aan alles te merken, zie bijvoorbeeld het toilet hieronder.
Maar we kwamen voor een zondagse brunch – een traditie hier waarbij reserveren is aangeraden. Dat hadden we gedaan via e-mail omdat er geen telefoonnummer te vinden was. Helaas was ‘de mail niet gecheckt’ maar kon men ons voor een uur een tafel aanbieden. Genoeg tijd voor ons.
Manlief nam de roze pannenkoeken waarvan ik enkel de room en de ingedikte rode bietensap proefde en de laatste was verrukkelijk: aards van de bieten, licht zuur en zoet. De pannenkoeken zelf waren ook lekker, volgende keer neem ik ene hapje.
Zelf nam ik ‘Blumenkind‘ (gegrilde bloemkool, aardappelpuree, kappertjes, pindapesto). Ik kan er kort over zijn: veel verschillende smaken en texturen, en helemaal goed (zie hier de foto). Alle gerechten zijn vegetarisch of vegan en bijna alles is ook vegan te verkrijgen. Blumental gaat zeker op herhaling.
Pêle-Mêle – Allegaartje
Na het hoogtepunt van Blumental besloten we voor een volgend ontbijt wat dichterbij alvast een kopje koffie te drinken bij Pêle-Mêle. De koffie was aardig, de zaak had een alternatieve uitstraling en er gebeurde duidelijk meer dan eten en drinken alleen. Er worden lezingen en muziekavonden gegeven, alles voor de verbinding. En alles is vegan.
Op de kaart nogal wat tofugerechten, en alhoewel ik mijn tofu-allergie te boven ben, geldt dat toch meestal wel vanwege de Aziatische keukens. Manlief nam een stukje appeltaart en ik kreeg een brokje (oude, want taai) brownie. Qua tofu ben ik dus wat sceptisch als het uit de alternatieve Europese hoek komt.
Over soja straks meer bij het Indiaas restaurant. Ik proefde ook de appeltaart: je kiezen gaan er in ieder geval niet van uitvallen, echt zoet was het niet. Dus ja… ik denk niet dat ik er ga ontbijten, maar laat me graag overtuigen door andere ervaringsdeskundigen. Het personeel was overigens zeer aardig.
Krijgt herkansing: Dhaba Mira
Deze zomer waren al eens bij vergissing in een toeristenval-Indiaas restaurant getrapt. Eerder liep ik voorbij Indian Dhaba Mira: het zat vol, en zag er bovendien niet gelikt uit. Er kwamen ook nog eens heerlijke geuren uit de openstaande ramen.
Indiaas en vegan gaan goed samen, maar ik moet me altijd inhouden om niet de samosa’s en de dahl tadka te testen. De laatste stonden niet op de kaart zodat ik wel wat anders dan anders moest kiezen. De samosa’s waren bij Dhaba Mira gevuld met voornamelijk behoorlijk gepeperde aardappelpuree en hier en daar een erwt. Maar… ze waren wel vers bereid, zo’n lekkere lichte korst had ik nog nooit geproefd.
De reden dat ik naar deze zaak wilde was dat er een sectie vegan gerechten op de kaart staat, gerechten bereid met soja en tofu. En dat is iets wat ik nog niet eerder zag bij een Indiaas restaurant. En zo bestelde ik een soja korma met ‘sojablokjes’ en noten. Laat ik het kort houden: ik ga er nog eens heen voor een herkansing, maar dan ga ik voor een traditioneel dahlgerecht.
Swing Kitchen
Bij nader inzien waren we al eens bij Swing Kitchen, zie hier. Kort en goed: een vegan ast food-keten waar je gratis in een metalen beker je frisdrank kunt bijvullen. Gelukkig kreeg ik snel genoeg een flits terug naar de vorige keer, dus ik hield het bij een Vienna Burger en manlief koos een Swiss Wrap (we bleven samen in de Alpen). En zonder de diepvriesfriet en met een mok thee was het beter te doen dan toen.