Centrum-democraten noemden we indertijd fascisten en racisten. Nu worden extremere opvolgers eufemistisch ‘rechts-extremisten’ genoemd.
1994: Centrum Democraten
1990: de SP behaalde onverwachts 2 zetels in de gemeenteraad van
‘s-Hertogenbosch. De één na de ander viel af wegens gezondheidsredenen of simpelweg omdat deze stap in de carrière totaal onverwacht was of het totaal niet lag. Dat kan. De SP in Den Bosch lag op haar gat. De broeders en zusters in buurgemeente Rosmalen waren aldaar de grootste partij. En ik – een jongen van 28 – wilde wel lijsttrekker worden. Normaalgesproken ondenkbaar bij de SP, maar er was niemand anders. En zo stemde de Rosmalense SP’ers in met mij als lijsttrekker.
Bij de SP kon ik niet meer stuk. Want na de vreselijk verlopen jaren sedert de intrede in de raad in 1990, was de partij met mij als lijsttrekker procentueel zelfs iets gegroeid. Maar wat was ik een broekie. En wat dacht ik het wel eventjes te maken.
Ook in 1994: de intrede van de Centrum Democraten. Met 3 zetels nog wel. Een echtpaar uit de provincie Zeeland en de dame wiens huisadres ze gebruikten om zitting te kunnen nemen in de gemeenteraad. Een vreemd trio: een hypernerveuze kloon van Janmaat en zijn rancuneuze vrouw, aangevuld met een (als ik het me goed herinner) zwijgzame dame van Molukse afkomst.
In die tijd noemden we hen nog gewoon racisten en fascisten, werd er gedemonstreerd toen ze gemeenteraadszetels hadden gewonnen. Maar echt fijn was het niet. Het motto was: aanpakken die extreem-rechtse hap. De fractievoorzitter kwam niet verder dan zenuwachtig gestamel, maar zijn nummer twee en tevens zijn echtgenote die reageerde telkens als door een adder gebeten. De stem van nummer drie heb ik na de ambtseed nooit meer gehoord.
2007: PVV
Ik moest hieraan terugdenken – u raadt het reeds – vanwege de gemeenteraadsverkiezingen waarvoor sinds gisteren al gestemd mag worden. Sindsdien is er veel gebeurd in mijn politieke leven: ik verhuisde naar Rotterdam, werd commissielid in de deelraad Delfshaven, fractiemedewerker op het stadhuis aan de Coolsingel. En na verhuizing naar Brabant schopte ik het tot Statenlid. En terugdenkend heb ik pas daar goed geleerd een deuk in een pakje boter te slaan.
In Provinciale Staten van Noord-Brabant heb ik nog even te maken gehad met de PVV. Als ze het niet kunnen winnen met woorden dan volgen steevast bedreigingen en verdachtmakingen. Ik heb er eenmaal tevergeefs voor op het politiebureau gezeten. Excuses volgden, maar de bedreiger kon even later probleemloos een vrijgekomen zetel innemen.
Vaak heb ik gedacht: zou ik nog eens volksvertegenwoordiger willen zijn? Een eervolle roeping. Maar waar wij in 1994 mee te maken hadden is kattenpis vergeleken met de ontspoorde groep extreem-rechtse volksvertegenwoordigers dat heden ten dagen de zetels bezet. Over racisten en fascisten gesproken. Ik zou niet weten hoe om te moeten gaan met een ongeremde haat spuiende Meeuwissen die voorheen namens de PVV in de Rotterdamse gemeenteraad zetelde (en nu met zijn partner / tevens fractiemedewerker een eigen lijst is begonnen). Of hoe te reageren op een Hoogwerf van Leefbaar Rotterdam – waarvan Theo Coşkun tijdens een debat terecht opmerkte dat ze bij FvD thuishoort – waar de haat van het scherm spat als ik haar op tv zie (lees ook het blog uit 2017).
Nee, mij even niet meer gezien. Ik zou er zelf bloednerveus van worden. Doe mij maar de verbinding, een debat op inhoud. Maar discussiëren met lui die blind haten, discrimineren, feiten ontkennen, dat breng ik niet meer op.
Des te meer respect heb ik voor de huidige generatie volksvertegenwoordigers.
Laat Judith Bokhove haar karwei afmaken
Natuurlijk ga ik wel stemmen. Geen twijfel dit keer: GroenLinks.
Voor mijn eigenste deur ligt nu 2 x 1 rijstrook. Vier jaar geleden nog 2 x 2 rijstroken. En de lucht is inmiddels opgeklaard. Ondanks de VVD in het college en gemopper in de stad, is het GroenLinks gelukt om hier wat aan te doen. De volgende periode moet dit experiment definitief gemaakt worden met hoogwaardig Openbaar Vervoer over de vrijgekomen rijstrook.
Judith Bokhove is de tegenhanger van Vroem-Vroem-Democraat Karremans (what’s in a name?). Al mag GroenLinks wat mij betreft fuseren met de PvdA. Samen sterker.
Maar o wee als ze met Leefbaar in een coalitie stappen.