Niemand kan in Cambodja dezer dagen heen om het Boeddhistische Pchum Ben, dus toog ik naar de dichtstbijzijnde tempel, Wat Lanka. En knielde niet voor Hun Sen.
Pchum Ben: bidden voor je voorouders
Om meteen een misverstand weg te werken, ik bid als atheïst natuurlijk niet. Al zou ik willen, ik weet niet eens hoe. Mij werd verteld dat ik iets mocht wensen, iets positiefs welteverstaan. Ik moet er ook bij vermelden dat ik me wel degelijk door dat mystieke Boeddhisme voel aangetrokken, maar tegelijkertijd zijn er zoveel malle zaken ingeslopen, het lijken bijna wel katholieken (de Roomse variant dan).
Afijn, uiterlijk zal het ergens op bidden hebben geleken, met een schuin oog keek ik wanneer mijn Cambodjaanse metgezel welke gebaren maakte, waardoor ik me toch wat opgelaten voelde.
Voor de achtergronden over Pchum Ben verwijs ik gemakshalve even naar de Engelstalige wikipedia, lees dat eerst even door, klik hier. Dan houd ik het bij de trivia.
Om te beginnen is het interessant te vermelden dat premier Hun Sen nogal wat persoonlijk geld gestoken heeft in de bouw van pagodes, die er dan ook allemaal herkenbaar en ondanks de rijke versieringen, tamelijk gelijkvormig uitzien. En dat eigen geld – je raadt het al – komt natuurlijk van buitenlandse donoren en het uitgeknepen volk. Het wordt eentonig.
Voordat je naar de pagode gaat, koop je eerst op de markt bloemen en eten om te offeren. Dit wordt tegen een hogere prijs ook aangeboden aan de poort. Evenals stapels biljetten van honderd Riel (is gelijk aan € 0,0175). Dat komt van pas, want elke keer als je door je knieën zakt om te bidden word je geacht naast fruit of drank ook wat pecunia te offeren.
Pchum Ben: knielen voor Hun Sen?
Terug naar Hun Sen. Uit dankbaarheid voor zoveel generositeit kom je hem overal tegen, samen met Bun Rany zijn vrouw (hier haar nogal kittig klinkende volledige naam met titels: Samdech Kittiprittbandit Bun Rany Hun Sen). Vooral dat bandit is ironisch, maar dit geheel terzijde.
Hun bijna staatsportret hangt ook bij één van de plekken waar je op je knieën gaat en een schaaltje met fruit en wat geld offert. Waarna een monnik een gebed voor je reciteert. En hier maakte mijn Cambodjaanse vriend aanstalten te gaan zitten. Dat werd me wat te gortig eerlijk gezegd en gelukkig zag hij dat ook. Knielen voor dat boevenpaar ging te ver. Onder hun toeziend oog geld en fruit aan die waarschijnlijk loyale monniken offeren, tja. Bij de volgende halte kwam het geld en fruit waarschijnlijk ook op dezelfde hoop terecht.
Nu kan nog iemand tegenwerpen dat het slechts één echt, en één glazen oog betreft in het geval van Hun Sen, maar dat doet niets af aan mijn bezwaar.
Krokodillen
Op het terrein van de Wat Lanka (zie een eerder blog o.a. hierover) bevond zich ook een merkwaardige zandbak die versierd was met gekleurde mini-krokodillenvlaggen (een symbool voor de doden). In de zandbak heuveltjes van zand waar geldbiljetten op lagen. Daarnaast een bak met zand waaruit je een bakje zand kon scheppen waarvan je dan die heuveltjes maakt.
Het verhaal is als volgt: de rythe met het zand is bedoeld om het mensen die je kwaad gezind zijn zo moeilijk mogelijk te maken. Dat werkt als volgt: die kwaaie pier moet eerst die hele heuvel korrel voor korrel afbreken. Omdat dat een eeuwigheid duurt, komt die persoon niet aan zijn boosaardig werk toe.
Bij elke gelegenheid die veel volk aantrekt, zijn ook meer bedelaars present. Het lijkt een soort marktwerking. Omdat dat een aardige bron van inkomsten kan zijn hoef je niet veel te geven, want het is waar in dit geval: veel kleine beetjes maken een groot bedrag. Ik was voorbereid en had een aantal biljetten van 500 Riel in mijn zak gestopt om niet mijn portemonnee te hoeven trekken.
Ondanks dat de aanleiding eigenlijk triest is schoot ik toch in de lach. Bij de poort pakte ik de biljetten van 500 Riel en na de eerste gift had ik in een paar seconden tijd tientallen voornamelijk kinderhanden graaiend aan mijn lijf hangen. Dat werd zelfs één van de bewakers te gortig die meteen ingreep, maar ook wel moest lachen. Dat geld was zo weg dus.
Omdat dit een belangrijke pagode is waar nogal wat hotemetoten komen, was ook het leger present. Beetje vreemd, maar het went merk ik. Volgende week ga ik weer naar Kampong Cham waar ik het hoogtepunt van Pchum Ben meemaak in de provincie.
Pchum Ben, fotoset op www.flickr.com/ronvanzeeland.
Ton de Coster
28 september 2013Je voorouders gedenken is een nobele bezigheid, maar er is wel heel veel ruis omheen. Zou dat gevallen vogeltje er niet bij horen? Een speciale rite voor de ongelovige, maar diervriendelijke westerling 😉
Ron van Zeeland
30 september 2013Da’s een hele mond vol voor één klein woordje. Maar toch bedankt. Ik zag dat het fout was, en nu weet ik weer wat goed is.
Jan van Velthoven
30 september 2013Het is de vraag of er allerlei ‘malle zaken’ in het boeddhisme geslopen zijn. Eerder is het omgekeerde gebeurd. Het boeddhisme is als een gemeenschappelijke deken over een grote variëteit van eerder bestaande animistische vormen van geloof en bijgeloof gelegd. Veel rituelen en gewoontes zijn veel gemakkelijker te begrijpen als je de verklaring ervan niet zoekt in de leer van Boeddha.
Ron van Zeeland
30 september 2013Het is een beetje kip-ei-verhaal, maar ik meende het ook zoals jij het hier schreef Jan. Pchum Ben is typisch Cambodjaans begrijp ik hier. Dus het wellicht zo gegaan zijn als met het Christendom? Om het algemeen aanvaard te krijgen moest men oude gebruiken en geloven opnemen in de riten.