Twee vriendelijke ontmoetingen in Rotterdam. Een selfie met een dame met hoofddoek en aangesproken in het Arabisch.
Sinds Portugal had ik de tondeuse niet meer op mijn gezicht gezet, er stond wat meer haar dan gebruikelijk op mijn bovenlip. En ik liep – tegen mijn gewoonte in – op straat in een soortement van joggingbroek.
Voor me stopte een dame, deed haar korte hoofddoek goed en maakte een selfie. Ik zag mezelf in beeld dus ik lachte en zwaaide.
Ze draaide zich om, lachte vriendelijk en zei: “Ik wachtte even met het maken van de foto hoor”. Ik lachte terug, ze wenste me een fijne dag en ik haar hetzelfde en ik vervolgde mijn weg.
De voetgangers hadden rood licht. Bij het optrekken riep een man vanuit een auto iets in het Arabisch. Ik sloeg er geen acht op, het klonk totaal niet agressief en dacht dat het voor iemand anders bestemd was.
Tot ik zag dat de jongen mij aankeek. Glimlachend haalde ik mijn schouders op waarna hij iets vroeg dat eindigde op al Arabia. Terwijl de auto – met Duits kenteken – optrok, knikte ik instinctief nee. Vriendelijk lachend verdween hij uit het zicht.
Kennelijk zag ik er uit als iemand die Arabisch sprak. Voor alles is een eerste keer, ook in Rotterdam.
ArabischhoofddoekRotterdamZKV
Ton de Coster
18 augustus 2019In zo’n situatie kun je altijd sympathiek voor den dag komen met “salem aleikum” (vrede voor u/jou/jullie; vergelijk het Hebreeuws “sjaloom aleichim”).