Bij een familie in Kampong Cham

Dat was weer eens wat anders, maar toch vertrouwd. Een paar dagen bij een familie in een dorp in de provincie Kampon Cham.

Poepen achter de bananenboom

De aanleiding om naar Soung te reizen was de honderddagenceremonie die gehouden werd honderd dagen na het overlijden van een familielid. Vooraf werd ik lekker bang gemaakt met verhalen over het gebrek aan sanitair: poepen doen we in een gat dat we graven bij de bananenboom, en als het regent in huis op een krant. Matrassen hebben we niet, we slapen op een mat op de grond op de veranda van het houten huis. En internet is er al helemaal niet, en laat staan een douche, daarvoor is er de teil met water… ook bij de bananenboom.

Als ik het niet aandurfde mocht ik gerust afzeggen hoor, geen probleem. Ik trapte erin maar ging toch. Er bleken drie toiletten, wél een douche en een matras en mobiel internet. Oma sliep nog wel op een matje op de vloer, maar wij niet. Het kussen voor onder mijn heup had ik niet voor niks meegenomen.

Het lastige aan deze trip was het gebrek aan kennis van vreemde talen bij de mensen waarbij ik verbleef. Op de vriend die me mee had genomen na (die Engels spreekt) en een oudoom die Frans spreekt en dat maar al te graag deed met me) zat de hele familie eigenlijk een beetje verlegen met me. Want verder dan een gebaar kwam men niet, en mijn Khmer is nog altijd van dusdanig niveau dat ik wel wat woorden ken en een enkele zin, maar ik versta het nog niet goed.

Engels, Khmer, Frans

Het meeste contact had ik dus met mijn vriend uit Phnom Penh, de Frans sprekende oudoom, de peuter van 3 die in mij een ideaal speelkameraadje zag, en met de bijna tandenloze maar o zo lieve oma die net als de peuter van alles tegen me zei, maar waar ik uiteraard niets van begreep. Ik zei dus heel vaak ‘knjom men dang’ (ik weet het niet). Maar ik had wel een klik met die drie en dat was leuk.

Ga je een beetje buiten de grote stad dan moet je al snel een uur of vier, vijf in de bus over soms niet al te beste wegen. Maar de vooruitgang was onderweg zichtbaar. Diverse nieuwe, bredere bruggen in aanbouw en hopenlijk ook bredere wegen.

Maar het verkeer gaat ook nog allemaal door alle dorpen en stadjes heen, wat erg gevaarlijk en ook nog eens behoorlijk stoffig is. Want de hoofdstad van de provincie Kampong Cham (met dezelfde naam) is niet echt klein, ook niet groot, en heeft een zekere mate van beschaving gekend. Maar zoals met zoveel in Cambodja: kapot is kapot en blijft kapot. Dus de openbare voorzieningen zijn over het algemeen een zootje. Toch functioneert het allemaal redelijk wel. Een beetje nederzetting heeft tegenwoordig bijvoorbeeld al riolering.

Die riolering komt dan midden in een stadje wel uit op een stinkend riviertje, maar het is al met al stukken hygiënischer dan het kuiltje bij de bananenboom.

Soung – Kampong Cham

Komen we met de bus door Soung, een heel klein stadje dan zie je een permanente stofwolk. De wegen zijn er op een enkele na niet verhard of zo slecht onderhouden dat het wat stof betreft weinig verschil maakt. Als er al openbare voorzieningen zijn, zoals een trottoir of een kunstwerk dan is het óf kapot, óf zo’n beeld van een olifant bij het centrale kruispunt staat verstopt achter enorme reclameborden. Die zijn meestal wél heel.

Even buiten Soung staat het houten huis van de ouders van Sophea, mijn vriend die me uitnodigde. Over het rommeltje was geen woord gelogen, maar je went snel aan dit soort omgevingen als je dat eenmaal eerder is gelukt en niet bang bent grenzen te verleggen. En gelukkig waren er wel sanitaire voorzieningen. Naast het houten huis stond een huis met betonnen fundering waar ook niet echt over was nagedacht (of in ieder geval niet naar onze maatstaven). Ik bedenk me nu dat dit een heel lang verhaal kan worden (ik moet drie dagen wegschrijven), maar lees gerust morgen verder met het verhaal.

Omdat wij verder weinig te doen hadden en er tegen mij niet veel gezegd werd, mochten we veel ontspannen. Ontspannen is hier tot kunst verheven, alleen al omdat er niet genoeg werk is. Heel veel mensen hebben een zaakje, maar omdat heel veel mensen dat hebben is er heel weinig klandizie. Hetzelfde zie ik ook in Phnom Penh. Tuktukchauffeurs en ander personeel brengt veel tijd hangend, liggend, zittend, slapend door of doet een praatje of een spelletje (meestal een blikje of flesje al ‘voetballend’ in de lucht houden).

Omaatje lief

Wat nu volgt is zeker niet badinerend bedoeld, maar puur een beschrijving van hoe het er aan toe kan gaan. Op een zeker moment zouden we wat gaan uitrusten op moeders matras in het houten huis met twee ventilatoren op standje drie (airconditioning heeft geen zin vanwege alle kieren). Maar oma was al in de nachtmodus en de deur was dicht. Ze deed maar al te graag open, want haar lievelingskleinzoon wilde komen kletsen daar waar de meeste familieleden haar maar lieten aanbrabbelen en zelden reageerden. Oma deed open en ik deinsde terug. Ze was enkel in een sarong gewikkeld, en wel alleen vanaf haar middel tot beneden.

Maar oma kende geen gêne meer, ze was immers al oud. En met de paar tanden die ze nog had (ik ken familieleden die de deur niet opendoen zonder gebit in) was ze zo lief. Ze pakte mijn arm regelmatig vast, gaf me een ferme tik op mijn schouders. Kortom, ook voor mij had ze een boontje. En dat kleinzoon homo was scheen ook niet te deren begreep ik van Sophea. Zo zie je maar weer.

Wat ik dan ook weer ontroerend vond om te zien was hoe lief Sophea voor zijn vader was. Elke avond gaf hij hem een massage. Dat deed hij sinds hij een beroerte had gehad. Hij was twee weken naar Soung gekomen om voor hem te zorgen, en om hem nieuwe levensmoed te geven. Dat masseren gebeurde in de kamer waar iedereen bij was, met een vanzelfsprekendheid die me ontroerde.

Ik bewaar de honderddagenceremonie voor morgen, om het leesbaar te houden. En verder valt er nog veel te vertellen over de toenemende spanning in Phnom Penh met de naderende massademonstratie op 7 september, ook daarover hoop ik de komende dagen wat te berichten. Vanuit Kampot, waar ik even vakantie ga vieren. Met wifi, dus ik kan doorbloggen.

Sterkte met de naderende hittegolf in Nederland (en België), dat is weer eens wat anders dan maanden sneeuw terwijl ik in tropische sferen verkeer. Hieronder de foto’s die met de telefooncamera zijn genomen. Klik erop voor een vergroting of klik hier voor de hele fotoset op photog, daar staan ook de beschrijvingen bij.

This Post Has 2 Comments

  1. Heel mooi verslag, dat ook mij af en toe ontroerde. En ook hilarisch: oma in sarong – dát hadden we nog niet bij Meander & Bijoux 🙂 Groeten aan Sophea!
    [Tijd: 17:17]

  2. Mooi. Dat regenseizoen valt ook behoorlijk mee zo te zien. Situatieschets doet denken aan de Isan in Thailand, maar dan 20 jaar geleden. Leg het vast, want dit gaat niet blijven. Hoi.

Geef een reactie