Op één dag na – een jaar na Black Lives Matter Rotterdam kwamen de beoogde leden van de onafhankelijke Adviescommissie Inclusie bij elkaar. Een bewogen avond.
Gerelateerde blogs: LoveNotHate; Homostrijd & het nieuwe racisme;
Black Lives Matter in Rotterdam
Op één dag na – een jaar na de Black Lives Matter-demonstratie in Rotterdam zat een zeer divers gezelschap in een kring in Verhalenhuis Belvedère op Katendrecht. Vijf maanden eerder was ik door Karlijn Bunnig van Stichting Mara benaderd of ik interesse had om voorgedragen te worden voor de gemeentelijke onafhankelijke Adviescommissie Inclusie & Diversiteit.
Daar moest ik goed over nadenken. Al te vaak blijft dit soort commissies steken in goede bedoelingen, en hoe vaak spreekt men niet óver mensen die het aangaat in plaats van mét. Geïnteresseerd was ik wel. Ik besloot de voordracht te aanvaarden, mits het geen witte mannenclub zou worden, maar daadwerkelijk een groep mensen die de diversiteit van Rotterdam weerspiegelt. Zo niet, dan zou ik bedanken voor de eer.
Een eerste kennismakingsgesprek volgde en mij werd verzekerd dat het echt een diverse club mensen zou worden die recht deed aan de veelkleurigheid van de Rotterdamse samenleving. Wie A zegt, moet ook B zeggen, en zo kwam al ras de datum van 2 juni dichterbij.
Racisme – inclusie
De kennismaking met de beoogde leden vond al weer tien dagen geleden plaats in Verhalenhuis Belvedère. Dat was voor mij nog best spannend, want ik verwachtte niet veel mensen te kennen, én iedereen zou zichzelf voorstellen. Aangezien ik twee van de inclusie-hokjes aantikte, zou ik ook vertellen over mijn hiv. Hoewel ik een open boek ben, is het toch anders om zoiets in een kring met vreemden te vertellen dan het vanaf een toetsenbord de wereld in te slingeren.
Uiteraard had ik een snelle scan gemaakt van de aanwezigen en ik vermoedde dat ik de enige was die het LHBTIQ+hokje aantikte. Daar zat ik wel fout bleek later, maar ik was als derde aan de beurt. Bijna aan het eind van het voorstelrondje bleek er nog iemand die onder andere ook tot de LHBTIQ+gemeenschap behoorde. Enfin, ik merkte dat ik behoorlijk onzeker begon, wat nergens voor nodig was natuurlijk, samen met twee anderen behoorde ik immers tot de senioren van de club.
Wat ik bij mijn buurvrouwen bemerkte, was een zekere onrust over de thema’s die voorbijkwamen bij de man links van me. Ik zei zachtjes dat het niet enkel racisme betrof, maar inclusie in de brede zin van het woord. De twee dames na mij hadden inderdaad bedenkingen, deels inhoudelijk, deels over opzet & strategie.
We voeren de zelfde strijd
Je kan een hele theoretische discussie houden over verschillende vormen van discriminatie. Maar in de kern komt het toch op hetzelfde neer: er wordt onderscheid gemaakt op basis van een persoonskenmerk. En dan maakt het niet wezenlijk uit wat dat persoonskenmerk is. Natuurlijk, de aanvliegroute van een kindje uit een zwart gezin is anders dan een LHBTIQ+kindje dat in een cis-heterogezin opgroeit. De eerste krijgt de bewapening tegen de boze buitenwereld met de paplepel ingegoten. De tweede moet zich veelal zelf leren wapenen.
Het is mijn stelligste overtuiging dat er pas sprake is van rechtvaardigheid op dit thema als we elkaars strijd steunen. Als we erkennen dat we dezelfde strijd voeren. Dat betekent dat LHBTIQ+ers het niet moeten aanvaarden als een moslima uitgesloten wordt vanwege het dragen van een hoofddoek. En omgekeerd idem dito. Je hoeft het daarvoor niet op alle vlakken met elkaar eens te zijn. Maar wij kunnen niet vrij zijn als zij ook niet vrij kunnen zijn.
Regels, regels…

Na het voorstelrondje was het de bedoeling het statuut te bespreken. Het statuut regelt formele zaken als benoemingstermijn, rechtspositie maar ook de positie ten opzichte van het college van Burgemeester & Wethouders. Ik weet het, ik ben een regelnicht, maar ervaring heeft me geleerd dat we juist aan de voorkant de zaken goed moeten vastleggen om teleurstellingen zoveel mogelijk te voorkomen.
Vragen die aan de orde kwamen – en die door een enkele aanwezige afgedaan werden met “Regels, regels…” – betroffen onder andere de openbaarheid van adviezen en de benoemingstermijn van de leden van de Adviesraad Inclusie i.o. Omwille van de vertrouwelijkheid ga ik daar nu niet verder op in, maar ik kan wel zeggen dat een adviesraad ook wel gewicht moet hebben. Zo’n officiële raad adviseert een stevige club bestuurders die op hun beurt weer stevig ondersteund wordt door een batterij ambtenaren.
De woede was bij een aantal mensen voelbaar toen het over de politie ging. En zeer begrijpelijk. Maar ook hier wreekt zich de beperking van de adviescommissie. Natuurlijk maakt de burgemeester deel uit van het college van B. & W., maar ik koester geen enkele illusie dat een gesprek met de politieleiding een eind maakt aan decennialange voortwoekerende intolerantie en racisme. Dat het niet mag weet men maar al te goed, hier een einde aan maken moet aan de kaak gesteld worden – liefst met degelijke adviezen. Maar een beetje sceptisch ben ik wel. Kwestie van jarenlange ervaring, het is namelijk niet iets van nu. Wat nu gebeurt met mensen van kleur, daar kunnen LHBTIQ+ers al decennialang over meepraten.
Zoals vaker: wordt vervolgd. Deze week heb ik mijn opmerkingen verzonden en over 11 dagen is de tweede bijeenkomst. De officiële benoeming is medio september voorzien.