Sinds een jaar heb ik een container geadopteerd. Sindsdien struin ik onze straat af op zoek naar zwerfvuil.
Zwerfvuil in een waaigat
Als ik veel zin heb neem ik het hele stuk ‘s-Gravendijkwal vanaf de Nieuwe Binnenweg tot aan de Rochussenstraat mee. Het is verslavend namelijk. Of ik ben een neuroot. Allebei kan ook. Als ik dan een klein stukje plastic zie dan kan ik het niet laten liggen en buk ik nog een keer.
Auto’s razen voorbij, ik kan op menig meewarige blik rekenen. Maar ok duimen die omhoog gaan, buurtgenoten die een praatje maken of zelfs het raam openen en “Bedankt!” roepen. Niet dat ik daar op uit ben, integendeel. Maar allez, een beetje erkenning is fijn.
Nóg fijner zou het zijn als iedereen die een stuk rotzooi op de stoep ziet liggen ook eens besluit door de knieën te gaan. Het is hier nogal een waaigat met twee brede straten voor de deur. Als ik de hoeken niet meeneem dan ligt het een uur later weer vol.
Een duim omhoog is fijn, maar bukken en weer omhoog komen is net iets meer lichaamsbeweging. En dat kunnen we allemaal wel gebruiken in deze corona-tijd. Ik merkte het toen ik na weken binnenzitten de draad weer oppakte en de dag erna meteen overal spierpijn had.
Ik flikker het op Flickr
Inmiddels draag ik vanwege corona latex handschoentjes op mijn strooptochten, Een paar weken geleden besloot ik maar eens foto’s te maken van alles wat ik tegenkom. Ik ben wel gestopt met alles dubbel te fotograferen. Anders is mijn harde schijf vol met blikjes energiedrank en bier – de hoofdleveranciers.
Nieuw zijn de handschoentjes, tissues en vochtige doekjes. Covid-19 laat zijn sporen ook na op straat.
Enfin, kijk zelf maar. Klik hier, of op de foto om naar de volgende te gaan. Dan vind je ook waar die naakte man vandaan komt die in de berm lag.
Energiedrank?
Ik ben niet de eerste die het constateert, maar opvallend is het wel dat al die flesjes waar je zogezegd energie van krijgt, niet volstaan om een leeg blikje een paar meter verderop in de afvalbak te deponeren.
Ook opvallend vind ik de vele halve-liter-bierblikken die uit de auto geslingerd worden. Je kan alleen maar hopen dat niet de bestuurder aan de zuip was tijdens het rijden, alhoewel de bierblikken meestal links in de berm belanden.
De ballonnen en de lachgaspatronen vind je weer vaker in de goot en op de stoep – naast parkeerplaatsen. Kennelijk is het handiger even te stoppen en daarna onder invloed verder te rijden.
Nog meer afval van de genotsindustrie: kleine wiet-zakjes. Andere grootleveranciers zijn afhaalrestaurants, waarbij soms hele zakken en bakken – hupsakkee – op straat gekwakt worden.
Nee, echt vrolijk word je pas als de straat weer schoon is. Voor een dag of wat.
Reageren?