Het blijft lastig als er wat in de familie gebeurt en je bent ver weg van huis. In het verleden ben ik al eens overhaast teruggekeerd. Tegenwoordig slaap ik er een nachtje over. En zoals mijn zus zei: “Wij [twee] kunnen elkaar ook steun bieden als we ver weg zijn van elkaar”.
Zonder al te zeer in te gaan op de situatie, kan ik wel zeggen dat het bijna elk jaar wel spannend was of ik weg kon voor een langere periode. In onze familie – en dan beperk ik me nu tot ons kerngezin – hebben we te kampen met een erfelijke en agressieve vorm van kanker.
Gelukkig heb ik met mijn zus een heel goede relatie, en we zijn altijd eerlijk tegen elkaar. Dus ook over mijn afwezigheid. Zij staat op het standpunt dat ik moet gaan en als het echt niet anders kan, dan zegt ze het eerlijk. En dan kom ik terug.
Dat wil niet zeggen dat een rationele beslissing altijd gemakkelijk is. Zeker niet als er een week na aankomst sprake is van een nare ontwikkeling. Ik had mijn koffer de afgelopen week al bijna weer gepakt. Ik had er bij gezegd: ik slaap er een nacht over en dan heb ik een goed gesprek met het thuisfront. Dan besluit ik.
Naar nieuws over iemand die je zo dierbaar is went nooit, en het stopt ook niet. Het maakt wel – met alle communicatiemiddelen die ons tegenwoordig ten dienste staan – dat je ver weg bent, maar ook dichtbij. En het zorgt er in ieder geval voor dat we naast verdriet ook een zekere nuchterheid houden. We kijken het aan, proberen alles zo normaal als mogelijk te laten doorgaan thuis. Mocht het niet gaan dan kan ik alsnog mijn koffer pakken.
En mijn zus heeft gelijk. Onze band is zó goed, dat we elkaars nabijheid ook voelen als we fysiek ver van elkaar verwijderd zijn. En zo slepen we elkaar erdoorheen.
Afleiding in werk
Dit alles wil niet zeggen dat het niet toch constant in je achterhoofd blijft zeuren. Gelukkig heb ik nog genoeg schrijfwerk. Ik fiets ’s ochtends naar Café Soleil, een vast ritueel. Neem daar een sandwich en een cappuccino en ga aan het werk.
Enigszins afgeleid door monniken die hun gebeden chanten en door stinkende vehikels die voorbij razen.
Ik heb de evaluatie met Bandanh Chaktomok (BC, National LGBT Network Cambodia) afgerond deze week. Het verslag voor het bestuur is klaar, de appendix voor het verlengde Memorandum of Agreement met BC is de deur uit. Nu nog ondertekenen en ik kan dat afvinken.
Ondertussen hielpen we voor de twee de keer een ‘regenboogfamilie’ in Phnom Penh, lees er hier meer over. Hierna kan ik aan de slag met het Jaarverslag 2017, en de grafieken kan ik weer gebruiken voor de presentatie die ik in februari ga houden bij een nationale bijeenkomst van BC.
Over verkeer gesproken…
Het verkeer in Phnom Penh wordt er niet fijner op. Meer auto’s, meer taxi’s, ook Taximeter die rijdt met heel irritante mini-tuktuks van Indiase makelij. Die trekken tergend langzaam op. En je zit altijd met opgetrokken benen.
Ik heb het gevoel dat ik twee pakjes zware shag per dag naar binnen krijg, regels om uitstoot te verminderen zijn er niet en hebben ook geen prioriteit.
Wat ook veranderd is, is dat de verkeerslichten nu allemaal vervangen zijn en meer kruispunten hebben nu verkeerslichten. Vorig jaar hingen de nieuwe nog voor de oude. Opvallend genoeg en tegen mijn verwachting in, respecteren de meeste mensen rood licht.
Al blijf ik op mijn hoede, want er rijden soms gewoon auto’s – weliswaar in slakkengang – of brommers door rood. De laatsten met hoge snelheid. Ook voetgangers hebben nu eigen verkeerslichten. Dat maakt oversteken nog niet ineens gemakkelijk, want de zebrapaden, voor zover nog zichtbaar op het asfalt, worden als voorsorteerplaats gebruikt.
Wat onveranderd is: de verdekt opgestelde, meestal dikke agenten. En dik worden agenten hier maar op één manier – of eigenlijk twee. Weinig beweging en een goed gevulde portemonnee. De verkeerswet is echter wel onlangs aangepast. Voortaan kunnen voertuigen tijdelijk worden geconfisqueerd bij een overtreding. Naar het schijnt heeft dit wel effect op het rijgedrag.
In de praktijk treft dit nooit de eigenaren van dure, zware wagens met speciaal kenteken (zoals van hooggeplaatsten in het leger of leden van de volksvertegenwoordiging). Doorgaans zijn de brommerbestuurders de gemakkelijkste prooi. Voor een kleine overtreding wordt een boete uitgeschreven of geld gevraagd onder dreiging van confiscatie. De meeste boetes verdwijnen via de broekzak in de buik van de agenten.
CambodjafietsPhnom Penhrokenverkeer
Marc
21 januari 2018Hoi Ron,
Leuk om weer nieuws uit C. te lezen. Sterkte met de familie, lijkt mij lastig als je zo ver weg zit!
Groet, Marc
Ron van Zeeland
24 januari 2018Dank je Marc,
We gaan het per week bekijken, als het dáár te doen is, blijf ik hier.
En zo niet dan gaat de familie voor natuurlijk.
Groet,Ron