Ik heb een wat problematische verhouding met mijn voorzitter, de Commissaris der Koningin (CdK), mevrouw Maij-Weggen. Na ruim een jaar lijkt ze me nog niet steeds niet te (her)kennen.
Omdat Gonny Andreas ziek thuis was, schoven Mia en ik allebei een plaatsje op in de Statenzaal vandaag. Nu weten sommigen hier wel dat onze voorzitter behoorlijk afhankelijk is van het smoelenboek. Iedereen heeft een eigen microfoon en die is gekoppeld aan de naam van het Statenlid dat op een vaste plek behoort te zitten. Als je dus wat moet zeggen weet de CdK meteen via haar briefje met namen wie ze het woord moet geven.
Voor mij was een minuutje spreektijd aangevraagd omdat mijn naam verkeerd in een benoemingsvoorstel stond. Toen ik het woord vroeg drukte ik op het knopje van de microfoon van Mia (ik was immers een plaatsje opgeschoven). Dom natuurlijk, en toen gebeurde het onvermijdelijke… “Mijnheer van Boxtel wil het woord voeren”, zei de CdK. Wat ingehouden gegrinik hier en daar (een jaar geleden werd ik ook al niet herkend namelijk).
“Dat is een geslachtsverandering à la minute”
…was mijn antwoord. Ik denk daar ook niet bij na moet ik zeggen, ik floep het er meteen uit. Echt inhouden bij het lachen was er toen niet meer bij.