Veel landbouw/milieunieuws vandaag. Het gezondheidsonderzoek is gestart en er is nieuws op stikstof-gebied.
Het onderzoek naar de gezondheidseffecten van de intensieve veehouderij, waar we ons in Provinciale Staten zo druk om hebben gemaakt, is dan eindelijk van start gegaan . Dat was te lezen op diverse webpagina’s. Onder andere agd.nl en ed.nl meldden het nieuws. Mét de mededeling dat de verwachtingen getemperd moeten worden.
GGD-arts Henk Jans in het Eindhovens Dagblad:
“De wetenschappelijke commissie heeft nu ingestemd met onze onderzoeksopzet, mét de expliciete waarschuwing dat we niet bij voorbaat te hoge verwachtingen moeten wekken over de uitkomst.” Dat komt volgens Jans omdat dit onderwerp niet eerder onderzocht is in Nederland. “We kunnen de betrouwbaarheid van onze resultaten straks niet toetsen aan andere onderzoeken.”
En in het Agrarisch Dagblad was nog te lezen:
Er wordt wel gekeken naar een verband tussen stallen en de gezondheid, maar het is nog maar de vraag of het inderdaad lukt om uitspraken te doen over de risico’s voor de gezondheid.
Stikstof
Waar de crisis al niet goed voor is. In de Crisis- en Herstelwet is ook een passage opgenomen over het stikstofbeleid in relatie tot natuurgebieden. Wat dat met de crisis te maken heeft weet ik niet. In elk geval was het uitgangspunt niet de ecologische crisis, maar de economische.
Een CDA-PvdA-wijzigingsvoorstel zorgt er nu voor dat vee-bedrijven tóch bij Natura-2000-gebieden kunnen uitbreiden:
De Kamer heeft vanmiddag met ruime meerderheid een amendement van CDA en PvdA aangenomen. De wet regelt dat stikstof in beginsel buiten de Natuurbeschermingswet-vergunning wordt gehouden. Dit moet met name de impasse voor veehouderijen bij Natura 2000-gebieden doorbreken. Deze kunnen nu veelal niet uitbreiden omdat de ‘ammoniakdeken’ rond het natuurgebied veel te dik is.
Er is volgens het AGD al een principe-akkoord tussen Rijk en provincies. Hieornder maar integraal de brief van Wim van Opbergen, voorzitter van de Werkgroep Behoud de Peel aan de minister van LNV over deze crisisingreep:
Met de concept Crisis- en herstelwet wordt beoogd om het veroorzaken van stikstofdepositie op daarvoor gevoelige natuurlijke habitats te legaliseren tot 7-12-2004.
Wij zijn van mening dat dit in strijd is met de Europese regelgeving.
Wij geven u hier het voorbeeld van de Deurnese Peel. Voor andere Peelgebieden, evenals diverse andere gebieden in Nederland, gelden vergelijkbare jaartallen/argumenten:
De Deurnese Peel is al op 12-5-1992 aangewezen als Vogelrichtlijngebied. Dit is o.a. gebeurd vanwege vogels die behoren bij het hoogveen(achtige) gebied. Deze vogels zijn gebonden aan een open, (bijv. de Kraanvogel) of een half open landschap (bijv. de Blauwborst). Die landschappelijke openheid wordt sterk bedreigd door de ammoniakdepositie, als gevolg waarvan het gebied vol groeit met bomen en het veen oxideert.
Zeker vanaf 1992 (en waarschijnlijk vanwege Europese jurisprudentie al jaren eerder) had dit gebied dus beschermd moeten worden tegen de gevolgen van stikstof.
Daarnaast is het gebied al in 1996 aangemeld als Habitatrichtlijngebied. Het Europese Hof van Justitie heeft meer dan eens gesteld dat vanaf dat moment de nationale autoriteiten al het mogelijke dienen te doen om de doelstellingen van de richtlijn te realiseren, vanwege art. 10 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (“gemeenschapstrouw”).
Zelfs indien er sprake is van gebruik van vóór de aanmelding als Habitatrichtlijngebied, hoeft dat nog niet automatisch te betekenen dat dit vergunningvrij zou zijn. De Vogel- en Habitatrichtlijn kennen geen overgangsrechtelijke bescherming voor bestaand gebruik. Zie hiervoor het bekende Arrest van het Hof inzake de kokkelvisserij in de Waddenzee van 2004.
Naast deze Europese regelgeving speelt het feit dat de Deurnese Peel in 1980 is aangewezen als beschermd natuurmonument i.h.k.v. de Natuurbeschermingswet.
Vanaf dat moment gold voor mogelijk schadelijke handelingen, ook buiten het gebied, de vergunningplicht Nb-wet. Vanaf begin jaren ’80 was het duidelijk bekend dat veehouderijbedrijven met hun ammoniak-emissie een zeer schadelijk effect hebben op deze natuurgebieden, die extreem voedselarm dienen te zijn.
Door de activiteiten van Werkgroep Behoud de Peel is deze vergunningplicht voor veehouderijen rondom de beschermde natuurmonumenten Peel vanaf de jaren ’80 veelvuldig aan de orde geweest.
Een algehele legalisatie tot jaren na de aanwijzing als beschermd natuurmonument, c.q. de aanmelding als Vogel- en/of Habitatrichtlijngebied, is ons inziens dan ook niet zondermeer mogelijk.
Dit zou alleen mogelijk zijn met een plan dat de stikstofdepositie zo ver als redelijkerwijs mogelijk is terugdringt. Met het concept ammoniakplan wat nu voor Brabant en Limburg voorligt, is dat volgens ons niet het geval!:
In het plan is opgenomen dat de stikstof-depositie op de Peel zal worden verlaagd van ruim 3200 naar 1500 mol. Daar wordt maar liefst drie beheerplanperioden (3 x 6 jaar) de tijd voor genomen.
Voor diverse natuurgebieden is de kritische depositie gelijk aan die van de Peel -zijnde 400 mol- of niet veel hoger. Dit houdt in dat na 18 jaar de kritische depositie nog (lang) niet zal zijn bereikt!
De 1500 mol op de Peel mag in het laatste planvoorstel bereikt worden ongeacht het aantal dieren. Met de in het plan voorgeschreven ‘++ technieken’ kan dan volgens de huidige inzichten het aantal dieren in de Peelregio met 10% toenemen.
Dit betekent:
- dat er minder gereduceerd wordt dan mogelijk is met gelijk aantal dieren. Gezien de taakstelling die er nog ligt, lijkt ons dit geen logische handelwijze. Simpel gezegd: het is ‘dweilen met de kraan open’.
- wanneer er de komende 18 jaar nòg betere technieken toegepast worden dan die ‘++’ (bijv. luchtwassers met een rendement van 95%, zoals die nu al beschikbaar zijn voor varkens), kan het aantal dieren in de regio zelfs met nog meer dan 10% groeien, in plaats van dat deze betere technieken voor reductie worden ingezet.
Bij gelijkblijvend aantal dieren zal het al een enorme opgave zijn om de depositie vanaf 2027 nog substantieel te verlagen. Maar bij meer dieren wordt dit uiteraard nòg moeilijker.
Verdere depositie-reductie is dan alleen nog maar mogelijk:
- wanneer de technieken dusdanig zijn gevorderd dat de emissies (uit stallen, opslag, aanwending en beweiding) vrijwel gelijk zijn aan 0 (ons inziens geen realistische aanname).
- of wanneer het aantal dieren drastisch wordt verminderd. Maar is dat laatste haalbaar als het net de afgelopen 18 jaar is toegelaten dat het aantal dieren nog mocht groeien?
Dit houdt ons inziens in dat met het voorliggende plan de 1500 mol op de Peel als een einddoel beschouwd wordt in plaats van als een tussendoel!
Bovendien: de ‘++ technieken’ waar in het plan van uitgegaan wordt, komen in het algemeen neer op luchtwassers met een hoog rendement. In theorie reduceren die wassers inderdaad veel (als ze dus niet gebruikt worden om meer dieren te houden). Maar de praktijk is waarschijnlijk anders. Het gebruik van de luchtwassers is zeer moeilijk controleerbaar/handhaafbaar. Daar komt nog bij dat die wassers veel stroom verbruiken (als ze aan staan) en dat er zwavelzuur als afval vrijkomt. Wanneer het ammoniakprobleem (deels) wordt opgelost, wordt het probleem dus verplaatst.
Meer dieren in de toch al zwaarst belaste regio van het land betekent ook nòg meer stallen. Dus nog meer aantasting van het landschap, meer mest, meer fijnstof, meer verkeer, meer lawaai, …. . En niet te vergeten het gevaar voor de volksgezondheid, door de ontwikkeling van dierziektes waar mensen niet tegen bestand zijn.
Meer dan genoeg redenen dus om verdere groei van het aantal dieren in de Peelregio niet toe te staan en om een echt goed ammoniakplan te maken!
Werkgroep Behoud de Peel heeft hier voorstellen voor gedaan en is bereid zich opnieuw voor een gedegen plan in te zetten, wanneer het bovenstaande serieus genomen wordt.
Naar het schijnt heeft de PvdDieren uit principe tegen een aantal verbetervoorstellen gestemd van D66, waardoor deze het nét niet haalden. Wat de SP heeft gedaan , heb ik nog nergens gelezen.