Kinderarbeid komt in Cambodja nog voor. En niet alleen op afgelegen plaatsen. Soms recht in je gezicht als je net aan je ontbijtje zit.
Niet naar school, wel Engels spreken
De personen die verreweg het best Engels spreken in Cambodja zijn zonder twijfel de vaak jonge kinderen die op straat en in winkels en restaurants lopen te leuren met dingen die je niet nodig hebt. Of die simpelweg om geld vragen. Wrang maar waar.
Nu heb ik van een Nederlander hier als eens uitgelegd gekregen waarom het af te raden is om iets te kopen danwel geld te geven. De meest simpele redenering komt hierop neer: op deze manier houd je een systeem in stand wat slecht is. Kinderen horen niet op straat te bedelen, laat staan te werken voor geld. Ze horen op straat te spelen of op school te zitten.
En bedelen is helemaal slecht omdat hiermee van generatie op generatie een levenswijze wordt ingeprent die in wezen niet normaal is. Dan zijn er ook nog bendes actief die moeders met kinderen in de arm – meestal niet eens de eigen kroost – de straat op sturen om te bedelen. Voor de bedelende kinderen zelf kan soms best hetzelfde gelden.
Kinderarbeid: iets kopen of niet?
Tot zover de theorie. In de praktijk geef ik wel eens wat aan hele oude mensen of mensen waarvan ik zeker weet dat ze door een ontbrekend ledemaat geen kans op werk of laat staan een uitkering hebben. En kinderen geef ik wel eens eten, want honger, nee dat hoeft niet. Dus als aan het strand jongens komen bedelen en ik zie ze kijken naar de zakken vol met eten op mijn tafel dan vraag ik “Njam?” (Eten?), als ze er al niet zelf om vragen en uiteraard deel ik dan met ze. Of ik bestel een extra maaltijd omdat er een lijmsnuivende jongen in de straat rondhangt aan wie ik beer eten kan geven dan dat hij mijn schoenen poetst, want dat werkt averechts.
Meestal kan ik dat van me af zetten omdat ik weet dat ik de wereld niet kan redden in mijn eentje, en soms ga ik door de knieën omdat ik ook maar een mens ben wiens emoties het soms winnen van het verstand.
Maar vandaag zat ik weer eens in mijn vegarestaurant een eenvoudige rijstschotel te eten en natuurlijk komt er juist op dat moment weer zo’n meisje binnen. Een mand meezeulend met armbandjes, portemonneetjes en weet ik wat al niet. Dingen die ik niet nodig heb in ieder geval.

Nu moeten jullie weten dat ik een neefje en een nichtje heb die inmiddels wel wat ouder zijn, maar een paar jaar geleden ook uiterlijk het evenbeeld waren van wat hier bedelt, in vuilnis rondstruint of spullen verkoopt. Als het ware stond vandaag opnieuw Mejin tegenover mijn eenvoudige dis met de altijd terugkerende vraag “Will you please buy something, sir?“.
De enige andere gast in Café Soleil was duidelijk een beginneling, hij ging het gesprek aan en had een heel verhaal klaar waarom hij nu niets kocht. Het advies van de Nederlander indachtig en de taal inmiddels in die mate machtig wimpelde ik – mét een welgemeend vriendelijke lach – het meisje met een paar woorden af: “Atee aukun, oan” (Nee dankjewel kind). Het meisje begrijpt onmiddellijk dat op de emotie spelen en vervolgvragen geen zin hadden en maakte aanstalten om verder te gaan.
Op dat moment begon het hier onbedaarlijk te regenen, een onvervalste tropische regenbui die even aanhield. Het meisje keek het even aan, maar haalde toen een regenjas tevoorschijn en een kunststof hoes om haar koopwaar droog te houden. Heel vervelend, maar dat beeld van dat meisje dat mijn nichtje had kunnen zijn, die in de stromende regen verdween zeulend met een mand die veel te groot was voor haar postuur, dat beeld blijft maar hangen.
AziëbedelenCambodjakindkinderarbeidPhnom Penh
Jan van Velthoven
27 september 2013Het kan inderdaad niet genoeg gezegd worden: bedelen door kinderen is meestal ‘gewoon’ kinderarbeid. De confrontatie is triest. De achterliggende werkelijkheid nog triester tot aan huiveringwekkend (bewuste verminking, want bedelen door een gehandicapt kind levert meer op). Direct tegen te gaan door niks te geven. Indirect door armoedebestrijding en bevordering educatie.
Ton de Coster
27 september 2013Wat een toestanden! Ik zou het er ook moeilijk mee hebben.
Heb ook wel eens gedacht om bedelaars in de stad een reep chocola in plaats van een euro te geven. Maar die chocola smelt in mijn jaszak… (Ik ben nogal warmbloedig, zie je.)
Klein leed, groot leed!