Het leek mooi: Het College van Burgemeester & Wethouders wilde een Adviesraad Inclusie: een groep mensen van diverse achtergronden zou de gemeente adviseren. Zou.
Van Adviesraad Inclusie…
Terwijl ik met de beste intenties mijn kandidatuur inging (nadat ik was voorgedragen door Stichting Mara), bleek al snel dat er in de basis van de beoogde Adviesraad Inclusie wat mis was. (zie mijn vorige blog over intenties en het verloop van de eerste bijeenkomst). In het kort: verwachtingen versus feiten. Aanleiding versus doelstelling en doelgroep.
En emoties niet te vergeten. Want als je als groep gediscrimineerd wordt op één persoonskenmerk gaan emoties opspelen. Logisch en herkenbaar. De afgelopen weken hebben we dit gezien rond de brandstichting en bedreigingen van LHBTIQ’ers in Amsterdam en Rotterdam. Maar de aanleiding voor het stadsbestuur om intern en in beleid veranderingen te bespoedigen lag in de Black Lives Matter-demonstraties. En ook dáár liepen de gemoederen hoog op. Evenzo begrijpelijk.

Maar een aanleiding is wat anders dan een doelstelling en doelgroep. Daar ging het in de perceptie bij sommigen mis. Wat in de basis ook niet goed was gegaan: de rekrutering van leden van de Adviesraad. Van de 13 à 14 plaatsen waren op dat moment 11 kandidaten aangezocht. En omdat het uitgangspunt een intersectionele benadering was, waarbij zoveel mogelijk doelgroepen vertegenwoordigd werden, splits ik voor één keer uit hoe de samenstelling was:
- Gender: 1 queer, 4 vrouwen, 6 mannen
- Beperking: 0 mensen met lichamelijke en/of verstandelijke beperking,
2 chronisch zieken - Kleur: 2 witte mannen, 9 mensen van kleur
- Seksualiteit: 2 LHBTIQ, 9 hetero (voor zover bekend)
Onder elke andere omstandigheid zou ik dit niet vermelden, maar hier is het relevant, ik kom er verderop op terug.
…naar Anti-racisme & Inclusie
En toen kwam de tweede bijeenkomst. Inmiddels was één kandidate afgehaakt. Hoofdonderwerp dit keer, naast verfijning van het statuut, de naam. En hier ging het dus verkeerd. Daar waar elke gediscrimineerde groep te maken heeft met een bevoorrechte groep (vaak is dat de meerderheid), zou in mijn perceptie in deze groep sprake moeten zijn van gelijkwaardigheid. Verenigd in diversiteit door één overeenkomst: we worden allemaal gepakt op één of meerdere persoonskenmerken.
Maar hier wreekte zich het selectiebeleid waar – en ik verwijs naar bovenstaand lijstje – al dan niet bewust de nadruk lag op afkomst/kleur. Géén mensen met zichtbare fysieke beperking, uit de LHBTIQ-gemeenschap slechts 2 personen. En één persoon die geen enkele box aantikte, tenzij je ‘de oudere witte heteroman’ meetelt.

Het kiezen van de naam ging als volgt: iedereen kon suggesties aanleveren, waarna elk aanwezig kandidaat-lid 2 stemmen mochten geven. Racisme werd meermalen genoemd, al dan niet in combinatie met inclusie. Uiteindelijk koos een meerderheid voor ‘Adviesraad Racisme & Inclusie’.
Mijn inbreng ten spijt, alle doelgroepen buiten afkomst/kleur vielen onder de parapluterm ‘Inclusie’. Tijdens de discussie kreeg ik de tamelijk pijnlijke vraag of ik me niet beter kon laten vertegenwoordigen door een LHBTIQ-er van kleur. Niemand die ingreep.
Toen deden de vrijwilligers van het verhalenhuis (die zo heerlijk voor ons hadden gekookt) nog een duit in het zakje:
Anti-racisme, klinkt dat niet véél krachtiger?
Het enthousiasme was niet meer te temmen en het werd dus ‘Adviesraad Anti-racisme & Inclusie’. Ik viel stil, hier kon ik niet tegenop.
Piekeren in bed
De weken erna lag ik een paar keer wakker in bed en de hele discussie herhaalde zich in mijn hoofd. Ik ging in gedachte de discussie wél aan, die ik ter plekke niet meer had aangedurfd. Na die opmerking en de groepsdynamiek die ontstond kon ik het niet meer opbrengen. Noem me een mietje, maar ik kon er niet tegen opboksen, zeker niet na die ene opmerking.
Ik besloot er met twee ambtenaren over te spreken. Ik kreeg stellig de indruk dat men de nieuwe naam zo wilde laten (één ambtenaar voelde met me mee, maar trok na overleg met collega’s dezelfde lijn). Ik dronk koffie met een heel aardig collega-aspirant-lid van de Adviesraad. Zij begreep me volkomen en ik zou er tóch op terugkomen bij de volgende vergadering.
Maar na weer een slapeloos uurtje met heftige discussies die zich in mijn brein afspeelden besloot ik een brief te schrijven. Ik wilde niet als excuus-Truus namens de LHBTIQ-gemeenschap het woordje Inclusie inhoud geven. Waar we met zijn allen tegenaan lopen in de maatschappij voltrok zich hier op micro-niveau. Een andere meerderheid maakte zichzelf – waarschijnlijk zonder het te beseffen – belangrijker dan de andere minderheden (die niet, of niet voldoende vertegenwoordigd waren).
Brief aan de Adviesraad in oprichting
Dus schreef ik de volgende brief waarin ik stelde op déze manier geen deel uit te kunnen maken van de Adviesraad (de namen heb ik ‘weggelakt’):
En toen ging het snel. Een paar hartverwarmende reacties van mensen die het begrepen en zelfs de hand in eigen boezem staken. Een ambtenaar die een andere herinnering had van ons gesprek. Degene van de opmerking belde me op en maakte excuses voor die opmerking, was het vreemd genoeg met me eens over de naam, maar zou later ook haar ontslag indienen. En de rest bleef stil.
Voor mezelf sloot ik een terugkeer niet uit als men tot inkeer zou komen. Maar het kwaad leek al geschied. Mijn mede-aspirantlid (van de koffie) stond bij de volgende bijeenkomst vast in de file, weer een ander had zich afgemeld, tel daarbij de twee afhakers op, dus waarschijnlijk heeft slechts een klein gezelschap mijn brief besproken.
Niemand heeft me van de uitkomst op de hoogte gesteld. Wel appte de ambtenaar me dat hij me uit de appgroep zou halen om me ‘verder niet meer te belasten’, wat hij dan ook prompt deed. Vergeef me dat ik bij hem enige opluchting proefde over mijn vertrek. Alle mooie woorden ten spijt.

Tot slot: Burgemeester en Wethouders bestelden een inclusieve taart met een rijk smakenpallet, maar krijgen naar het zich laat aanzien een taart met één smaak die de boventoon voert. In hun plaats zou ik nog eens goed nadenken of dit de taart is die men wil serveren aan het volk.
Ton de Coster
5 sep 2021Wat een aanfluiting! Bah! Zijn er geen lokale journalisten, die deze affaire kritisch belichten?
Ron van Zeeland
5 sep 2021Vooralsnog niet, dit blog schrijven viel me al zwaar. Want ik wilde niet vervallen in groepen tegenover elkaar zetten. Ik wilde slechts het mechanisme, de groepsdynamiek aan de kaak stellen. En de slechte voorbereiding.
Het blog is op Facebook en twitter door mij gedeeld, ik ga niet actief de pers opzoeken. Achteraf kan men niet zeggen dat men het niet heeft geweten.