Het Hindoeïsme kleurt het leven op Bali, ook letterlijk. Het begon in het Zuiden waar ik bij iemand thuis kon gadeslaan hoe hij de offerandes plaatste.
Het begon in het Zuiden waar ik bij iemand thuis kon gadeslaan hoe hij de offerandes plaatste. Twaalf kleine mandjes van palmblad, gevuld met bloemetjes en gegarneerd met een klein zout koekje. Dat was zijn eigen toevoeging. De rest kwam bij de groothandel vandaan.
Hij knoopte een Balinese sjerp om zijn broek, stak de wierookstokjes aan en begon de mandjes te plaatsen. Ik keek geïnteresseerd toe hoe hij er eentje in de slaapkamer, een paar in de keuken, waaronder eentje bij het fornuis. In de tuin kreeg elk hindoebeeldje er één en ook in de kast met de waterpomp werd een offermandje met wierook neergezet.
Ik zag het allemaal zo aan onderwijl bedenkend dat dit toch wel wat kleur aan het leven gaf. Dan is het leven van een atheïst maar saai. Ernaar gevraagd waarom de mandjes op welke plekken werden gezet kreeg ik het volgende antwoord: uiteraard krijgt elk hindoebeeld een offer. In de slaapkamer komt er eentje die moet beschermen tijdens de slaap. Het verrassende antwoord kwam over de apparaten.
Ik kon met mijn fantasie een heel eind met de vorige plekken meegaan, maar een machine? “Alles heeft een ziel, ook een apparaat. Als ik de waterpomp oversla, dan gaat-ie stuk”. Dat laatste was al een paar keer gebeurd, vaak genoeg om een oorzakelijk verband te leggen blijkbaar.
Een beetje mystiek is leuk, maar dit was voor mij een onsje te veel. En het had ook weinig zin enige redelijkheid in ’s mans denken te krijgen, want het geloof (het woord zegt het al) leek rotsvast.
Oranje Offerandes
Onderweg van het Zuiden van Bali naar het minder toeristische Noorden kwamen we langs veel rijstvelden, afgewisseld met veldjes vol met afrikaantjes. Vulling voor de offermandjes.

In het vakantieoord in het Noorden, waar we de enigste gasten bleken te zijn, had ik een urenlang gesprek met August, de nachtwaker van dienst. Over het Hidoeïsme op Bali en over nog veel meer.
Hij heet officieel Putu Soraya (Soraya voor vrienden in zijn dorp), August voor zijn collega’s en voor ons. En Putu is de naam die aan de eerstgeboren zoon (en vijfde, tiende, etc.) wordt gegeven. Zoals Kadek de naam voor de tweede, zesde en eventueel zelfs elfde zoon is.
August bleek een bijzondere jongeman te zijn. Hij bleek getrouwd te zijn en had twee zoons. Hij had op een vreemde manier op een bepaald moment besloten dat hij wilde trouwen en met wie. Maar daarvoor had hij al in het vakantieverblijf gewerkt dat door twee rijke nichten (VN-medewerkers, een Belg en een Balinees) werd geëxploiteerd en dat officieel geen homoresort mocht heten, maar het wel was. En de gasten liepen er nog naakt ook.
Of hij of zijn omgeving dat niet vreemd vond dat hij daar werkte? Hij bleek het allemaal keurig uitgelegd te hebben en overigens waren hij en al zijn collega’s ‘normaal’. Waarop ik hem bedankte voor de eer om voor ‘niet normaal’ door te gaan, maar zo bedoelde hij dat ook weer niet.
De naaktlopers had hij voor zichzelf en zijn omgeving uitgelegd als volwassen baby’s. Op zijn minst origineel. Maar als het werkt, prima.
Wordt vervolgd…
(deel 2 van Hindoeïsme op Bali is hier te lezen)
Reageren?