Na Soerabaja was Yogyakarta een stuk aangenamer. Minder groot en veel opener. Maar ook: veel toeristischer. Ik vermoed een verband met de Borobudur.
Yogyakarta is wat meer ontspannen
Alhoewel de Westerse toerist in Yogyakarta ook niet in grote getale aanwezig is, merk je toch dat juist door het toerisme het leven wat gemoedelijker oogt. Je ziet meer mensen met afwijkende haardrachten bijvoorbeeld, meer alternatieve kledingstijlen. Alcohol (met name Bintang Bier) wordt overal geschonken en aangeprezen. Al met al had ik de indruk dat de soep hier niet zo heet gegeten wordt als in Soerabaja.
Aan moskeeën ook hier geen gebrek. Dus ook hier de dagelijkse porties aan oproepen tot gebed, gezangen en gebeden schallend door tientallen luidsprekers verspreid over de stad. Wat erg irritant kan zijn om 3 uur in de morgen, maar op den duur slaap je daar doorheen.
Maar het openbare leven gaat gewoon door, ik zag weinig mensen in de kleine buurtmoskeetjes, en op straat ging men door waarmee men bezig was. Ook homo’s waren makkelijker benaderbaar en opener in de omgang. Als waren er ook wat dat betreft grenzen. Echt specifieke homohoreca is er niet.
Wel kwamen we één keer na een verkeerde afslag in een gang terecht waar karaoke-bars zaten. Het werd ons ook meteen duidelijk gemaakt dat het niet om de muziek ging maar om ander vertier. Een soort mini-Dolly, maar dan in Jogja.
Ik denk dat toerisme en handel (kijk maar naar wat het met Nederland heeft gedaan) een stuk pragmatischer maakt. Het levert gewoon meer welvaart op dan religieuze scherpslijperij.
Het wereldwonder Borobudur
De grote trekker in deze regio is ongetwijfeld de Borobudur. In die zin deed Jogja me wel denken aan Siem Reap. Ook zo’n stad die drijft op de aantrekkingskracht van een wereldwonder, Angkor Wat in dat geval.
Welnu, om de hitte én de drukte te ontlopen en ook om het werelderfgoed op unieke wijze te ervaren (quote de reisagent van ViaVia) kon je het beste heel vroeg vertrekken en de zonsopkomst meemaken. Het had zeker voordelen (drukte en hitte), maar om 3 uur ’s nachts je bed uit is wel erg vroeg. We arriveerden rond 04.30 uur, ruim op tijd dus, bij ene hotel. Van daaruit gingen we in een gezelschap dat verder bestond uit een groepje Filipijnen, de heuvel op. De Borobudur was verlicht door felle lampen. Gelukkig gingen die bijtijds uit voor de mystieke beleving waarvoor we extra diep in de buidel hadden getast.
Wat als nadeel had dat je de afzettingen rond de perkjes niet zag (die kleine zaklampjes hadden we ook niet voor niets meegekregen), en natuurlijk wandelde ik daar tegenaan, met een bloedende schaafwond als resultaat.
Alles afwegende dachten we dat de Westelijke zijde de beste garantie gaf op een mooie timelaps van de zonsopkomst. Ondertussen zou ik rond het voormalige heiligdom lopen voor aanvullende foto’s. Uiteindelijk bleken de mooiste luchten zich aan de Oostkant te bevinden, maar dan met twee vulkanen in plaats van de Borobudur als betoverend uitzicht.
De rode gloed kwam nooit boven de tempel uit, dus dat was een beetje jammer. Toen de zon wat hoger stond zijn we de tempel beklommen en dat bleek al snel zweetwerk, ondanks het vroege tijdstip. Maar het was absoluut de moeite waard.
Elk staken we nog een arm in één van de stulpen. Maar persoonlijk vind ik dat al koddig als je (daar gaan we weer) geen religie aanhangt. Bovendien, en oordeelt u vooral zelf, lijkt het op de foto eerder een aflevering van dokter Vlimmen. Alsof je in de moederkoe voelt of het kalf in goede positie ligt.
Op de foto met schoolkinderen
Inmiddels kwamen vanaf de voet van de heuvel de eerste busladingen met voornamelijk schoolkinderen aanlopen. En hier gebeurde voor het eerst waar ik door anderen voor was gewaarschuwd. Alsof men voor het eerst een witte mens in levende lijve ontmoet, vroegen scholieren of ze met ons mochten praten. Ik praat graag, dus ik vind zulke ontmoetingen nog leuk ook. Zo raakte ik met twee jongeren in gesprek en alles wat ik vertelde ging er in als Gods woord in ene ouderling. Toen ze vroegen naar C “Is this your fiend?” twijfelde ik hele even, maar besloot toch maar duidelijkheid te verschaffen. “This is my husband”. “Husband?” Je zag ze even denken. Ik legde uit dat in Nederland mannen met elkaar konden trouwen. Ook dat bracht ze in verrukking. Van religieus fanatisme nog geen spoor, een open houding en verrukking over zoveel spannends. Maar ze zijn nog jong, dus er kan nog van alles gebeuren.

Later, in het museum bij het paleis van de Sultan van Jogjakarta, werd het aantal fotoverzoeken groter. En zo poseerden we (ik voornamelijk) gewillig voor schoolkinderen die het allemaal maar wat spannend vonden. Twee van die grote witte kerels. Ook weer een ervaring.

Becaks (fietstaxi’s)
Verder heet Jogjakarta nog iets eigenaardigs dat op het eerste gezicht lijkt te zijn gericht op toeristen, maar in de praktijk vooral wordt gebruikt door de lokale bevolking. Dat zijn de becaks (fietstaxi’s) en de door paarden voortgetrokken koetsen. De verlichting daarvan is nog met olielampen. Ik had wel eens meelij met die dieren die de hele dag in de zon stonden. En voor wat betreft de becaks, daar was me een overdaad van. 90% zat op een klant te wachten.
Over olielampen gesproken. Ook de talrijke eettentjes op straat waren soms met olielampen verlicht, en vaak zelfs zaten mensen in het donker te eten. Ik vergelijk het vaak met Cambodja, ook hier. Het kwam me wat dat betreft armer over. Verder veel overeenkomsten: mensen zitten op straat op een kleedje gezellig samen te eten en te drinken. En niet zelden met muzikanten erbij.
Bandung slaan we over, we hebben genoeg schattige Hollandse koloniale huisjes gezien. Jakarta wordt waarschijnlijk de laatste halte in Indonesië. En als de militairen in Thailand slim zijn trekken ze de avondklok snel weer in, zodat in ieder geval het toerisme en dus een gedeelte van de economie, niet instort. En wij nog een fijne week voor de boeg hebben. (dat laatste is uiteraard ondergeschikt aan het lot van de Thai, die na de twaalfde militaire coup sinds 1932 waarschijnlijk geen stap dichter bij een oplossing voor hun politieke problemen zijn. Maar dit alles geheel terzijde. We hopen op het beste, we zullen het zien.
Hieronder twee impressies van de treinreis Jogjakarta – Jakarta:
Reageren?