In het corona-tijdperk, voor het eerst sinds februari naar de huisarts omdat de GGD te druk is met COVID-19-testen. Het begon al stroef aan de telefoon.
Avonturen in de anderhalve-meter-samenleving.
Goedemorgen…
De snelle versie: Goedemorgen, ik wilde graag een onderzoek.”Ik leg wel een test klaar voor u”. Een uitstrijkje uit mijn keel lukt me niet zelf hoor, ik heb liever dat de huisarts het doet. Na wat heen- en weer gepraat besloot ze de huisarts te laten bellen. Dat praatte al een stuk makkelijker en hij begreep wel dat een zo’n wattenstaaf achter in je keel ronddraaien gezien de afweerreactie (kokhalzen) niet echt een betrouwbaar beeld zou opleveren. Woensdag kon ik terecht.
Corona-praktijk
Ik moest goed lezen waar en hoe ik naar binnen kon, want er hingen wel 6 A4-tjes op het raam: voor elke dienst een andere ingang. Mensen met een afspraak moesten aanbellen en mochten niet verder dan de eerste schuifdeur komen. Dat werd duidelijk genaakt door middel van een meer dan een dwingende mededeling.
In het halletje tussen de twee schuifdeuren stond een smoezelig tafeltje en kennelijk ook een pompje met desinfecterende substantie, die ik over het hoofd had gezien. De jongeman die belast was met de eerste ontvangst kwam naar het halletje, ik had een afspraak en kon zonder mijn handen te desinfecteren naar de wachtkamer, alwaar de meeste stoelen waren afgeplakt.
De huisarts kwam me halen – mondkapje om de hals hangend. Geen hand uiteraard, ik ging zitten, hij pakte het wattenstaafje en ik deed mijn mond open. Ik kokhalsde en bij de derde poging hoestte ik in zijn gezicht. Zonder veel consumptie, maar ik schrok van mezelf en zei sorry. Geeft niet zei hij. Zijn mondkapje bungelde nog om zijn hals. Misschien is hij al immuun, maar vreemd vond ik het wel.
Ik kreeg het andere wattenstaafje en een potje voor de urine en wilde al naar het toilet. Maar… die waren vanwege corona afgesloten voor patiënten. Dus weer naar huis en weer terug.

Inleveren…
En weer wachten voor de schuifdeuren, ditmaal was er iemand voor me, en het had wat voeten in de aarde want mevrouw had geen afspraak. Enfin, toen ik klaar stond met mijn potje pies en een ander wattenstaafje in een reageerbuisje met vloeistof zei de jongeman: “Zet maar op het tafeltje in de gang”. Dat smoezelige tafeltje tussen de twee schuifdeuren. Maar het piespotje noch de reageerbuis bevatte een plakkertje met een code of naam, dus ik zei dat ik het liever bij de assistente inleverde.
“Ik geef u een papiertje en daar kunt u uw naam en geboortedatum opschrijven, en het dan op het tafeletje in het halletje zetten.” Ik was aanvankelijk te beduusd om er iets van te zeggen maar toen hij terug kwam met het papiertje en de pen protesteerde ik. Ik laat hier geen buisje en potje achter met een papiertje met mijn naam en geboortedatum. Iedereen kan erbij.
Het moest toch echt maar ik weigerde, ik wilde naar de assistenten.
Uiteindelijk mocht ik naar binnen en zag achter het glas (dat gesloten bleef) al de laboratoriumaanvraag en het eerste buisje met het keeluitstrijkje liggen. Maar moeilijk doen is altijd makkelijker. Ik móest het achterlaten op het tafeltje…. De andere assistente werd erbij gehaald en met de lange leste werd besloten dat de eerste assistente van achter de receptie mocht komen om mij het formulier en het buisje te geven zodat ik dat aan de jongeman kon overhandigen. Waar het receptieraampje gesloten bleef kon kennelijk zonder de gepaste afstand wel het formulier en het buisje worden overhandigd.
Met één buisje met plakkertje, één buisje en piespotje zonder leverde ik de formulieren in bij de jongeman. Als dat maar goed gaat…
Bij het weggaan mocht de volgende patiënt naar binnen, niet nadat ze haar handen had gedesinfecteerd. Zij wel. Alleen samen krijgen we corona onder controle. Maar wel als we consequent zijn.
Reageren?