Ik dacht eens een andere kop dan steenuilen. Daar gingen mijn vragen over die ik aan Gedeputeerde Staten (GS) stelde op 5 mei. De antwoorden van GS kwamen vorige week binnen.
Op de foto hierboven geen steenuil, al weet ik niet welke soort strandloper dit precies is. Door andere perikelen kwam ik er niet eerder toe om de antwoorden hier te plaatsen. Maar hier zijn ze dan:
1. Bent u op de hoogte van het feit dat de gemeente Sint-Michielsgestel bouwplannen heeft die in Den Dungen het leefgebied van onder andere de rode lijstsoort de steenuil bedreigt?
Ja.2. Handelt de gemeente Sint-Michielsgestel in deze in strijd met de Flora- en Faunawet?
Nee. De gemeente vraagt een ontheffing aan van de Flora- en Faunawet.3. Behoort de gemeente Sint-Michielsgestel tot die Brabantse gemeenten die de verklaring ‘Red de biodiversiteit in Noord-Brabant’ hebben ondertekend?
Ja.4. Ziet u voor zichzelf een actieve rol weggelegd om in dit specifieke geval en in de toekomst actiever, bouwplannen op aanslagen op de biodiversiteit te toetsen? Zo nee, waarom niet?
Nee. Het betreft toepassing van rijksregelgeving met een primaire rol voor de gemeente en een toezichthoudende rol van de rijksoverheid. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening vervalt ons toezicht op een juiste toepassing van rijksregelgeving in het kader van de goedkeuring van bestemmingsplannen.5. Kunt u, of wilt u de gemeente Sint-Michielsgestel op haar verantwoordelijkheid wijzen? Zo nee, waarom niet?
Wij zien daartoe in dit geval geen redenen, aangezien het gemeentebestuur zich reeds bewust is van zijn verantwoordelijkheid in deze. Verwezen wordt naar wat wij hierover hebben opgemerkt onder punt 2.6. Welke instrumenten heeft u om bestemmingsplannen die strijdig zijn met de Flora- en Faunawet te doen aanpassen dan wel ongeldig te verklaren? In hoeverre heeft u in het verleden van die mogelijkheid gebruik gemaakt?
Wij kunnen daartoe gebruik maken van de wettelijke bevoegdheden die de Wet op de Ruimtelijke Ordening ons geeft. Aan bestemmingsplannen kan geheel of op onderdelen goedkeuring door ons worden onthouden als ze niet voldoen aan de wettelijke regels of in strijd zijn het provinciaal beleid. LNV en VROM zijn hierbij als adviseur betrokken. Aan bouwplannen waaraan het gemeentebestuur, onder vrijstelling van het vigerende bestemmingsplan, medewerking wil verlenen kunnen wij de daartoe benodigde verklaring van geen bezwaar weigeren. In het verleden hebben wij diverse malen van deze bevoegdheden gebruik gemaakt.
7. Bent u het met de SP-fractie eens dat een oproep om de biodiversiteit in Noord-Brabant te redden middels een intentieverklaring alléén, pover afsteekt bij bouwplannen als hierboven genoemd?
Nee. Een intentieverklaring is een extra stimulans voor betrokken partijen om hun verantwoordelijkheid met betrekking tot de biodiversiteit in Noord-Brabant te nemen indien de mogelijkheid daarvoor zich voordoet. De intentieverklaring biedt ook een handvat voor derden om te wijzen op deze verantwoordelijkheid.
Voor mij bevestigen GS dat het ondertekenen van de verklaring ‘Red de biodoversiteit in Noord-Brabant’ een papieren tijger is. Vooral het antwoord op vraag 5 is veelzeggend omdat de gemeente Sint Michielsgestel pas nadat bezwaarmakers de publiciteit zochten enige activiteit begon te vertonen. Waarschijnlijk een paar jaar te laat reageert men positief op het verzoek een alternatief leefgebied voor de aanwezige beschermde soorten in te richten.
Eerst verjagen en dan maar hopen dat ze weer terugkeren. Dat is niet de essentie van de Flora- & Faunawet lijkt me. Bovendien vraagt de gemeente een ontheffing aan, reden te meer om aan de bel te trekken dacht ik. Maar GS vinden het wel best zo.
Laatste reacties