“Surabaya, Surabaya, met je zon en je hemel zo blauw…” En afbrokkelend Nederlands erfgoed. Plus nog wat leuke vegetarische ontmoetingen.
Aangepast op 17 augustus 2020: Soerabaja vervangen door Surabaya.
Soerabaja of Surabaya?
Surabaya (Soerabaja in het Nederlands), tja, wat moet je er? Dat was mijn eerste gedachte. Soms ga je ergens naar toe vanwege een magische klank, ik ging naar deze havenstad zonder een idee wat de stad te bieden had.
Vanmiddag zijn we geland na een korte vlucht , die in de tijd nog korter was omdat we een tijdszone passeerden. Vanuit het vliegtuig bezien, en ook vanaf de 19e verdieping van het hotel, is het een vrij ‘platte’ stad. Weinig hoogbouw, veel met oranje dakpannen bedekte daken.
De geschiedenis in een notendop vind je op Wikipedia, klik hier. Dan lees je dat er bekende Nederlanders zijn geboren, zoals Wieteke van Dort en Xaviera Hollander. Surabaya was ook een belangrijke stad voor de V.O.C. en vandaar dat dit nog altijd behoorlijk zichtbaar is.
Verbrokkelend koloniaal erfgoed
Nou ja behoorlijk. Het is er duidelijk wel, maar het brokkelt af waar je bijstaat, als het al niet gesloopt wordt of overwoekerd. Doodzonde, en het zou onze eer te na moeten zijn (als land) dit te laten gebeuren.
Één dezer dagen gaan we nog eens kijken, en dan nemen we de goede camera mee. We hebben monumentale panden gezien die aan het verkrotten waren. Te erg voor woorden.
Op de foto boven zie je de rivier die door de stad loopt. Aan de rechterkant ligt Jembatan Merah, de wijk waar de Nederlanders, andere Europeanen, Arabieren en Chinezen woonden. Aan de linkeroever woonden de Javanen.
We vielen op
Surabaya is duidelijk niet een toeristentrekker, want de reacties die ik kreeg op straat leken veel op die ik kreeg op het Cambodjaanse platteland. Veel handen omhoog, high fives en “Hello, mister!”. En gelach om onze verschijningen. In die zin is dit een stad waar nog wat te ontdekken valt en één die niet platgewalst is door het massatoerisme.
Er valt nog veel meer te vertellen, en waarschijnlijk maken we nog wel wat mee hier.
Eén belevenis hebben we al achter de rug. Op zoek naar een vegetarische eetgelegenheid via de app Happy Cow, kwamen we bij Pagoda Vegetarian uit. Java is overwegend moslim, en er staat veel vlees op het menu. Er waren niet veel klanten binnen, en die bleken bijna allemaal familie van elkaar. De moeder uit het gezelschap sprak ons meteen aan en schoot ons te hulp.
De etenswaar die was uitgestald leek uiterlijk zoveel op vlees dat ik het niet vertrouwde. Maar dat kon dus wel. Alles vegetarisch. Ik heb me gestort op de loempia’s, pastei, risoleh en sateh. En het was allemaal heerlijk. De dame bood ons aan ons naar het hotel te brengen en onderweg een ander vegetarisch restaurant te tonen. Eigenlijk had ze haar man opdracht gegeven dat te doen.
En ze wilde ons bellen morgen, want we mochten mee naar de pagode. Deze familie was dus Boeddhistisch. Ze vroeg nog aan me hoe lang ik vegetarisch at, en waarom. Het was in tegenstelling tot hen niet uit religieuze overwegingen, waarop ze zei: “You should pray”. Hoe en wat dat zal ik morgen wel horen. En of er een heilige geest indaalt zal ik hier wle laten weten.
Deel twee over het Hindoeïsme is nog niet af, maar dat houden jullie tegoed.
AziëIndonesiëJembetan MerahSoerabajaSurabayaveganvegetarisch
Reageren?