
Het college van Gedeputeerde Staten heeft mijn vragen over de sluiting van Brabantse musea i.r.t. Culturele Hoofdstad van Europa, beantwoord.
Hieronder de vragen en antwoorden:
1. Hebt u kennis genomen van het sluiten van het Kunstlichtmuseum Eindhoven en het dreigende uiteenvallen van de collectie van dit museum?
Ja. Het museum in Eindhoven hanteert bij het afstoten van de collectie op zorgvuldige wijze de LAMO (Leidraad Afstoten Museale Objecten). Dit lijkt ertoe te leiden dat de collectie in zijn geheel aan een ander instituut (eventueel in het buitenland) wordt overgedragen.
2. De SP-fractie betreurt het dat een museum met een collectie welke zo zeer aansluit bij de culturele en industriële historie van Eindhoven in het zicht van Culturele Hoofdstad verdwijnt. Hetzelfde geldt voor Museum Scryption in Tilburg. Deelt uw college dit met de SP-fractie?
Ja. Echter, de provincie heeft geen verantwoordelijkheid in het instandhouden van de circa 100 musea in Brabant, dit is een verantwoordelijkheid van de gemeentelijke overheid. Deze bepaalt zelf wat wel en niet deel uitmaakt van hun basisinfrastructuur, zoals provincie en rijk dat ook doen. De erfgoed infrastructuur krijgt aandacht binnen de provinciale bouwsteen BrabantStad Culturele Hoofdstad 2018. Daarnaast ondersteunt de provincie musea in Brabant, via de werkzaamheden van Erfgoed Brabant, voor kwaliteitsverbetering en professionalisering.
De kerncollectie van museum Scryption bestond grotendeels uit een langdurige bruikleen van de Fraters van Tilburg. Deze kerncollectie is behouden voor Tilburg.
3. Zijn gemeentelijke cultuurbezuinigingen en sluiting van musea (zoals het Kunstlichtmuseum en Scryption) i.h.k.v. de kandidaatstelling voor Culturele Hoofdstad van Europa in B5-verband onderwerp van gesprek geweest? Zo ja, wat was hiervan het resultaat? Zo nee, waarom niet en bent u bereid dit alsnog te agenderen? Indien u hiertoe niet bereid bent, graag met argumenten omkleed.
Gemeentelijke cultuurbezuinigingen zijn tot nu toe niet aan de orde geweest i.h.k.v. de kandidaatstelling voor Culturele Hoofdstad van Europa. De desbetreffende gemeenten hebben hun besluit over de genoemde musea individueel genomen.
Tijdens het op 28 juni geplande bestuurlijk overleg B5-Cultuur zullen de voorgestelde bezuinigingen op rijks, provinciaal en gemeentelijk niveau besproken worden in het licht van de kandidaatstelling voor Culturele Hoofdstad 2018.
4. Wat is er verder door uw college ondernomen om deze culturele kaalslag een halt toe te roepen en wat is concreet gedaan om sluiting van de musea en andere culturele instellingen te voorkomen?
Vanwege bezuinigingen is er op meerdere fronten sprake van mogelijke sluiting van culturele instellingen. Om een grote kaalslag te voorkomen is daarom nu intensief overleg gaande met het rijk over landelijke bezuinigingen, die Brabant onevenredig hard lijken te treffen. In B5 overleg is samen met het culturele veld het BrabantBod geformuleerd om aan de voorkant in het besluitvormingsproces van het rijk invloed te hebben over de hoogte en de invulling van de aankomende bezuinigingen. Daarnaast is het BrabantBod ook bedoeld als afstemmingskader om bezuinigingsvoorstellen van de individuele gemeenten en de provincie op elkaar te kunnen afstemmen.
5. Is uw college bereid om in B5-verband actief te zoeken naar creatieve oplossingen (desnoods binnen de gemeentelijke budgetten t.b.v. Culturele Hoofdstad) die voor Brabant waardevolle musea of collecties behouden? Zo nee, waarom niet?
De gelden ten behoeve van BrabantStad Culturele Hoofdstad zijn in principe niet bedoeld voor structurele financiering van de culturele infrastructuur.